Commentaar: Vraag van boeren om compensatie is redelijk
Wie er vandaag de dag voor kiest boer te worden, moet wel heel overtuigd zijn van zijn zaak. Boeren hebben het bepaald niet gemakkelijk. Zij zitten nogal eens in de hoek waar de klappen vallen.
Daarbij komt dat de waardering voor hun werk bij velen bepaald niet groot is. Vaak worden ze neergezet als milieuverontreinigers die alleen maar uit zijn op schaalvergroting en daarmee hun portemonnee willen laten uitdijen.
De werkelijkheid is vaak heel anders. Boeren moeten zwoegen voor hun boterham. Voor een deel behoort dat al eeuwenlang bij het boerenbestaan. Zij zijn immers afhankelijk van factoren die mensen niet kunnen beïnvloeden. Droogte of grote natheid kunnen bij voorbeeld de oogst fors lager laten uitvallen dan gemiddeld. Niemand die daar iets aan kan doen.
Boeren in onze tijd hebben ook nog eens te maken met tal van regels. De daarmee samenhangende uitgebreide administratie ervaren velen als een juk. „Heel die papieren rompslomp kost ons veel tijd en levert ons niets op dan alleen veel problemen”, zei een boer deze week op de radio.
Daarmee is niet gezegd dat alle regels zinloos zijn. Uit het oogpunt van natuur- en milieubeheer en dierenwelzijn is het goed dat er voorschriften zijn. Maar Brussel en Den Haag mogen zich wel afvragen of de administratieve druk op de boeren niet te groot is. Dat geldt zeker voor onze eigen regering. Vergeleken met andere EU-lidstaten heeft Nederland wel erg veel regels voor de boeren.
De papieren rompslomp en de regels die daaraan ten grondslag liggen, zorgen ervoor dat onder boeren de waardering voor en het vertrouwen in de Nederlandse regering bepaald niet groot is. Dat geldt nog veel meer voor Brussel, dat volgens veel agrariërs het machtscentrum is waar nauwelijks nog iets goeds uit kan voortkomen. „Ze weten daar wel regels te stellen. Maar als je hulp nodig hebt, dan geven ze niet thuis.”
Om aandacht voor hun zaak te vragen, trokken boeren, vooral uit andere landen, gisteren massaal naar Brussel. Zij wilden daarmee hun eis –compensatie voor de sterk gedaalde prijzen voor melk en varkensvlees– kracht bijzetten. Belangrijke oorzaak voor deze prijsdaling is het wegvallen van de Russische markt.
Het is te gemakkelijk om te stellen dat dergelijke prijsschommelingen zich nu eenmaal van tijd tot tijd voordoen en dat boeren dat risico maar moeten dragen. Inderdaad is een grote groep boeren voorstander van het vrijemarktdenken. Zij zijn dit omdat hun dat meer groeikansen biedt dan regulering van productie. Boeren weten ook dat de vrije markt ups en downs kent die ze zelf moeten opvangen. Maar er zijn uitzonderingen.
De verslechterde verhouding tussen de EU en Rusland is het gevolg van een politieke beslissing die niet de boeren maar de Europese regeringsleiders hebben genomen. De boycot die daarvan het gevolg is, treft de boeren harder dan veel andere bedrijfstakken. Dat de melkvee- en varkenshouders daarvoor enige compensatie vragen, is redelijk. Den Haag en Brussel kunnen zich daarvoor niet doof houden.