„De belangrijkste reden om in hoger beroep te gaan is dat de actie inbreuk maakt op fundamentele grondrechten, namelijk het recht op een goed functionerend rechtssysteem, inclusief de tenuitvoerlegging van uitspraken van de rechter. Gerechtsdeurwaarders hebben hier een essentiële rol in, die zij alleen met behulp van de politie kunnen uitvoeren”, aldus een woordvoerder van de minister dinsdag.

Gerechtsdeurwaarders mogen namelijk niet zonder politiebegeleiding een pand in waar ze worden geweigerd, legt hij uit. Ook kan de politie de deurwaarder beschermen tegen agressie. „Bonden geven aan nog wel te komen bij calamiteiten als er gevaar dreigt voor de deurwaarder. Dat is feitelijk een wassen neus, omdat het kwaad dan al kan zijn geschied.”

Volgens het ministerie heeft de rechter in kort geding genoemde grondrechten „onvoldoende afgewogen tegen het recht om actie te voeren”. Daarbij zijn er wel andere mogelijkheden om actie te voeren, zo wordt benadrukt.

Volgens het ministerie gaat ook de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) in beroep.