„Geestelijke en psychische hulp te veel gescheiden”
De gereformeerde psychiatrische hulpverlening maakt te veel scheiding tussen de geestelijke en psychische aspecten van de problemen. In tevredenheidsonderzoeken zijn de cliënten van Eleos juist over dit punt redelijk kritisch. Hulpverleners moeten op gepaste wijze aandacht geven aan geestelijke aspecten. „Hier valt voor Eleos nog een wereld te winnen.”
Eleos-directeur dr. J. van der Wal gaf het vrijdagmiddag eerlijk toe. „In onze achterban gaat men voorzichtig om met bidden tijdens de hulpverlening. Bovendien leeft de overtuiging dat het geloof je moet worden geschonken. Deze instelling is zowel bij hulpverleners als bij cliënten aanwezig. Daarnaast heeft iedereen een persoonlijk stijl. Eleos geeft daarvoor de ruimte. Als je niet bidt, zeggen we niet dat je geen goede hulpverlener bent. Maar het gaat in de hulpverlening niet om pastoraat of verkondiging.”
Van der Wal zei dit tijdens de discussie van een symposium in de overladen aula van de Evangelische Hogeschool over ”Bidden als professie? De plaats van God in het therapeutisch proces”.
Ondanks zijn eerdere ontboezemingen zegt Van der Wal in de loop der tijd strenger te zijn geworden in het stellen van voorwaarden waaronder bidden tijdens de hulpverlening gepast is. Zo kan het gebed dwingend of magisch worden misbruikt, kan ook met anderen dan alleen de hulpverlener worden gebeden en kan het gebed de professionele grenzen doen vervagen. „Mijn regel is dat je niet zomaar moet bidden. Er moet aan voorwaarden worden voldaan, er moet dringend behoefte aan zijn en iemand moet in een pastoraal isolement zitten.”
Tegenover de terughoudendheid van geloof en het gebed in de hulpverlening van Van der Wal staat de positieve waardering van drs. M. Tensen van de Stichting Toerusting Pastorale zorg. Hij bepleit gebedssessies tijdens de therapie. Daarvoor onderscheidt hij zeven gebeden, zoals die over de verbondenheid met Jezus, het besef van de wil, de schuldbelijdenis, genezing van de wil en beschadigde emoties en het afzweren van demonische bindingen. De gehele therapie gebeurt „in tegenwoordigheid van Jezus”, aldus Tensen. „God komt altijd in de emotie. We nodigen God in de emotie uit. Dat levert vaak genezing op.”
Een tussenpositie neemt directeur drs. J. de Vriese van het Centrum voor Pastorale Counseling in Heverlee (België) in. Enerzijds is hij voor integratie van geloof en gebed tijdens de therapie. „Gebed is in pastorale counseling essentieel. Het psychische is met het geestelijke doordrenkt en omgekeerd.” Aan de andere kant waarschuwt ook hij tegen misbruik van het gebed: als vrome ontsnappingsclausule, voor het eigenbelang, als voorwaardelijke liefde, als afgoderij en zelfs obsessie.
Directeur Z. B. Nitrauw van de Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn vroeg Tensen of hij God en de patiënten niet in zijn keurslijf dwingt. „Dat gevaar is er”, antwoordde Tensen. „Ik zie dat mensen hun best doen om dit te voorkomen. God heeft de regie. Hij verschijnt via het gehoor of in een beeld. Soms lukt dat niet.”
Volgens Tensen is er sprake van genezing als een psychisch patiënt verder is in zijn discipelschap van Jezus Christus. Van der Wal stelt dat soms alleen stabilisatie van de toestand van de patiënt het maximaal haalbare doel is. „Als geestelijk doel zie ik een christen te helpen om als christen met zijn probleem om te gaan.” De Vriese omschrijft zijn doel als een psychisch patiënt „op een zelfstandige manier afhankelijk te maken van God.”
De meerwaarde van christenhulpverleners zit volgens Van der Wal in het gevoel van herkenning en acceptatie door de hulpverlener van de identiteit van de christenhulpvrager. „Het belangrijkste is echter dat een christentherapeut pastorale elementen in zijn hulpverlening moet kunnen vormgeven. Om die elementen goed in te brengen, is grondige kennis van de diagnostiek nodig.”
De verschillen tussen de drie benaderingen zijn nog dieper dan tijdens het symposium bleek, concludeerde voorzitter prof. dr. W. J. Ouweneel. De verschillen zijn volgens hem terug te leiden op de onderliggende theologische principes, die variëren van charismatisch (Tensen) en evangelisch (De Vriese) tot reformatorisch (Van der Wal). „De een legt het accent op de natuurlijke oorzaken van geestelijke en psychische problemen, de ander op geestelijke oorzaken. Er is verschil in visie op de verhouding tussen geest, psyche en het lichaam. Ook is er sprake van verschillende mensbeelden.” Ouweneel kondigde aan volgend jaar verder te gaan met dit thema.