Economie

Japanse tranen van woede en verdriet

Het beleefde gezicht van Kazuo Kannan spreekt boekdelen. Door de vogelgriepepidemie in Japan ziet de 71-jarige pluimveehouder zijn levenswerk voor de ogen ten gronde gaan. Zijn kippen rennen gezond rond, maar de eieren, door velen gezien als de beste in Japan, liggen te verrotten. Hij kan ze niet verkopen vanwege een vervoersverbod. „Er zitten veertig jaren van bloed en zweet in dit bedrijf.”

Kjeld Duits
5 March 2004 21:20Gewijzigd op 14 November 2020 01:01
De kippen van Kazuo Kannan leggen volgens kenners de beste eieren van Japan. Toch ziet de 71-jarige pluimveehouder het bedrijf voor zijn ogen te gronde gaan. Het vervoersverbod vanwege de vogelgriepepide mie maakt de eieren onverkoopbaar. Foto Kjeld Duits
De kippen van Kazuo Kannan leggen volgens kenners de beste eieren van Japan. Toch ziet de 71-jarige pluimveehouder het bedrijf voor zijn ogen te gronde gaan. Het vervoersverbod vanwege de vogelgriepepide mie maakt de eieren onverkoopbaar. Foto Kjeld Duits

Het vervoersverbod geldt in een straal van 30 kilometer rond een pluimveehouderij in Kyoto waar afgelopen week de derde Japanse infectiehaard van vogelgriep werd ontdekt. Donderdag bleek dat kippen van een vierde pluimveehouder, nog geen 5 kilometer verderop, ook het virus hadden opgelopen.

Nauwelijks twee weken geleden leek het alsof Japan door drastisch optreden de vogelgrieppaniek had weten te voorkomen. Maar het land zit nu midden in een crisis, die zich elke dag lijkt uit te breiden. Zelfs het leger is op grote schaal ingeroepen om te helpen met desinfectie en het graven van massagraven.

Met beelden van desinfectiepersoneel in witte pakken dagelijks op het televisiescherm zijn consumenten plotseling bang voor kippen. „De afgelopen dagen is de verkoop van kippenvlees met ten minste 20 procent teruggelopen”, zegt een woordvoerder van Daiei, een van de grootste supermarktketens van Japan.

De crisis vond haar oorsprong bij Asada Nosan, een pluimveehouderij met een grote vestiging in Kyoto. Hier werden 250.000 kippen gehouden. Op 20 februari ging plotseling een duizendtal kippen dood. Gewoonlijk lag het aantal rond de honderd. Drie dagen later groeide het aantal dode kippen uit tot 2000 per dag. Een week later tot 7000. Maar het bedrijf nam het probleem niet serieus en liet geen onderzoek uitvoeren. Het verzweeg de situatie en verkocht zowel de dode als de nog levende kippen.

De kippen werden afgezet bij klanten in achttien prefecturen. Een aanzienlijk gedeelte belandde op het bord van de consument. Toen de lokale overheid op 26 februari een anonieme tip ontving over het probleem, was het leed al geschied. De kippen -en naar alle waarschijnlijkheid het virus- waren nu verspreid over een groot gedeelte van Japan. Tegen de tijd dat politie de toegangswegen naar Asada Nosan afgrendelde waren er reeds 133.000 kippen bezweken aan de ziekte.

In een straal van 30 kilometer rond Asada Nosan geldt er nu een vervoersverbod voor kippen en eieren. Zo’n negentig pluimveehouders in dit gebied vechten voor hun leven. Kannan is een van hen. Hij verkoopt zogenaamde merkeieren. De ervaren kippenhouder mengt een hele reeks ingrediënten door het voer, waaronder knoflook, visoliepoeder en zelfs gemalen schilden van krabbetjes. „Kijk eens”, zegt de getaande boer trots als hij het rauwe eigeel tussen zijn vingers houdt zonder dat het uitloopt.

Zijn eieren zijn zo uniek dat ze tussen de 37 en 74 cent opbrengen. Niet enkel verkocht Kannan zijn eieren aan de groothandel, ook veel particuliere klanten reden enorme afstanden om persoonlijk eieren op te halen. „Dagelijks kwamen vele tientallen klanten langs. Nu helemaal niemand meer.”

Hij barst bijna in tranen uit. „Elke dag leggen mijn kippen 17.000 eieren. Het voer is peperduur. Maar ik kan de eieren niet verkopen. En ik kan mijn vogels ook niet laten slachten, omdat ik ze niet mag vervoeren. Elke dag verlies ik 400.000 yen (3000 euro). Ik wil graag stoppen, maar dat kan niet. Ik moet die kippen voeren.”

Er is ook geen kans om het verlies terug te verdienen. Alle eieren moeten worden vernietigd. Omdat het vervoersverbod op zijn vroegst pas over een maand wordt opgeheven, kost dit Kannan een fortuin. Van de overheid verwacht Kannan niet veel, ook niet in de vorm van schadeloosstelling.

Zijn probleem is enorm. Concurrenten bevoorraden nu zijn klanten. „Het heeft me vele lange jaren gekost om mijn klantenbestand op te bouwen. Die ben ik nu allemaal kwijt.”

Volgens Kannan reageren Japanners veel te emotioneel op de vogelgriepepidemie. „Het virus doet geen mens kwaad. Als je kippenvlees en eieren een minuut lang goed kookt, is het virus dood. Maar iedereen heeft nu kipallergie. Moeders leren hun kinderen dat ze onmiddellijk hun handen moeten wassen en moeten gorgelen nadat ze kippenvlees hebben aangeraakt.” Hij schudt weemoedig zijn hoofd.

Voor Asada Nosan heeft Kannan geen goed woord over. „De president van dat bedrijf is de voorzitter van de Japan Pluimveeassociatie voor de prefectuur Hyogo. De afgelopen weken zond hij bijna elke dag alle pluimveehouders faxen dat we een probleem onmiddellijk moesten melden. En zelf verbergt hij het een week lang en zendt zieke kippen overal naartoe.”

Plotseling loopt Kannan weg. Hij komt terug met een briefje, volgeschreven met een kinderlijk schrift. „Dit is van mijn kleindochter”, zegt de boer met een brok in zijn keel. „Opa heeft het heel moeilijk met zijn eieren, maar je moet niet opgeven hoor”, leest hij voor. „Zelfs mijn kleinkind maakt zich zorgen over me.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer