Kamer schrikt van Nederlandse militair bij IS
DEN HAAG (ANP). Kamerleden reageren donderdag geschrokken op het nieuws dat een 26-jarige militair zich waarschijnlijk bij terreurbeweging IS in Syrië heeft aangesloten.
Defensiewoordvoerder Angelien Eijsink (PvdA) noemt het zorgelijk, in het bijzonder voor collega-militairen, dat een Nederlandse sergeant zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij IS. „Defensie moet nu alles op alles zetten om boven tafel te krijgen hoe dit heeft kunnen gebeuren en welke informatie mogelijk in handen van IS is gekomen.”
De VVD twijfelt niet aan de screening bij Defensie. „Nu is het zaak voor de minister om dit tot op de bodem uit te zoeken en te achterhalen over welke info hij beschikt en welke maatregelen daar tegen genomen moeten worden”, verklaart Fred Teeven.
Wassila Hachchi (D66) verwacht dat minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie passend en adequaat reageert op signalen van radicalisering bij militairen. „Je moet dergelijke signalen zo snel mogelijk oppikken.” Ze plaatst geen vraagtekens bij de screening. „Radicalisering kan snel gebeuren. Je weet nooit hoe iemand zich ideologisch ontwikkelt.”
„Schokkend nieuws”, vindt SP’er Jasper van Dijk. Hij wil weten wat Defensie heeft gedaan om dit te voorkomen en of haar ministerie „nog meer mensen in het vizier heeft met vergelijkbare plannen”.
PVV-leider Geert Wilders zegt in een reactie: „Defensie blijkt dus helaas misbruikt te worden als een opleidingsinstituut voor terroristen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Het wordt tijd dat de Nederlandse regering eindelijk wakker wordt en begrijpt dat ons de oorlog is verklaard.”
Een „heel ernstige zaak”, aldus Raymond Knops (CDA). Hij wil van minister Hennis weten of er aanwijzingen waren dat de onderofficier aan het radicaliseren was en wat er met signalen is gedaan. „Maar helemaal voorkomen doe je dit niet.”
Gert-Jan Segers (ChristenUnie) spreekt over een dramatische ontwikkeling, hoogverraad en landverraad. „We moeten erachter komen wanneer de radicalisering heeft plaatsgevonden. Dat kan ook zijn gebeurd nadat hij in dienst is gekomen. We moeten ook weten of hij een veiligheidsrisico is geweest.”