Buitenland

Trainer zelfmoordenaars kent geen spijt

BAGDAD (ND). Iedere zelfmoordaanslag in Bagdad had sjiitische ‘ongelovigen’ tot bekering moeten aanzetten. Dat mislukte, maar toch kent Abu Abdullah, het brein achter terreurdaden van IS in zijn geboortestad, geen berouw. „Ik ben niet bloeddorstig. Dit is jihad.”

Gerhard Wilts
1 September 2015 20:29Gewijzigd op 15 November 2020 21:25
Abu Abdullah. beeld Iraakse politie
Abu Abdullah. beeld Iraakse politie

„De planner”, zo luidt de bijnaam van Abu Abdullah. In zijn garage in Bagdad monteerde hij explosieven in auto’s, maakte zelfmoord­riemen en bermgranaten. Hij koos de locatie voor een aanslag uit, instrueerde de aanslagplegers, bad met hen en bracht hen zelf weg tot vlak bij het doelwit. Zo stoomde Abdullah ten minste vijftien ‘martelaren’ klaar voor hun ultieme daad, totdat hij in juli vorig jaar levend in handen van de Iraakse politie viel.

Hoewel vrijwel zeker is dat Abdullah de doodstraf krijgt, wordt hij niet geëxecuteerd zolang hij informatie verschaft. Dat kan een reden zijn waarom hij in de afgelopen maanden in de gevangenis enkele interviews gaf. Die geven inzicht in de denktrant van de extremistische beweging IS.

In juli sprak Abdullah met een journalist van het Duitse magazine Der Spiegel en eind augustus met een Britse verslaggever van dagblad The Guardian. „Zolang hij praat, wordt hij niet ter dood veroordeeld”, legde politiechef Safar uit aan het Duitse weekblad. „Hij kan namen noemen, weet details van verdachten en handlangers. Blijven praten is zijn levensverzekering.”

In geen van beide vraaggesprekken betuigt Abdullah spijt over de circa honderd doden die er door zijn hand zijn gevallen. „Bijna alle slachtoffers waren een legitiem doelwit. Omstanders die omkwamen bij de aanvallen, zullen door Allah worden geaccepteerd”, meent hij. De enige keer dat hij even wroeging voelde, was bij een bomaanslag op een markt, waarbij vrouwen en kinderen omkwamen. „De dag erna werd ik er rustig over. Ik was trouw aan mijn geloof gebleven en ging over tot de orde van de dag.”

Grapjes

Die dagen kenden een vast patroon. Jonge mannen, van 21 tot circa 30 jaar, meldden zich onopvallend bij Abdullahs garage. „De meesten kwamen uit Saudi-Arabië, Tunesië en Algerije, een enkeling uit Fallujah (Irak). Zonder volle baard, vaak in T-shirt of met gel in het haar.” De mannen waren van hogerhand geselecteerd. Abdullah: „Ik koos hen niet uit; dat deden militaire leiders boven mij. Ik was verantwoordelijk voor het laatste stuk van de operatie: de mannen klaarmaken voor de aanslag en hen wegbrengen.”

Volgens Abdullah zijn circa vijftien zelfmoordaanslagen door hem voorbereid en succesvol uitgevoerd. Hij koos de locatie, maakte de uitrusting van de daders klaar, bad met hen of las uit de Koran. „Bij deze lui zag je geen spoor van twijfel over hun missie. De meesten waren kalm, een enkeling opgetogen. Abu Mohsen Qasimi, een jonge Syriër, zat tot twee minuten voor de aanslag nog grapjes te maken.”

In Abdullahs ogen zijn sjiieten ongelovigen. „Ik handelde niet uit 
bloeddorstigheid. Dit was jihad. Ik dacht dat mensen die een ex-
plosie hadden meegemaakt, zouden gaan nadenken, bang worden. Ik hoopte dat op een gegeven moment de sjiieten in Bagdad tot inkeer zouden komen of de stad zouden verlaten. Ik ben geen slager. Ik voerde een plan uit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer