Dat zegt Ronald Vorenhout, voorzitter van de Koninklijke Vereniging voor Natuurtoezicht, maandag in dagblad de Stentor. Volgens de belangenvereniging voor boswachters en jachtopzieners is er in natuurgebieden en bossen steeds vaker sprake van liquidaties, stroperijen en agressieve jongeren die onder invloed van alcohol of drugs verkeren. Het stropen op groot wild neemt toe en er worden steeds zwaardere wapens gebruikt door stropers.

Het aantal groene boa’s (buitengewone opsporingsambtenaren) is in de afgelopen jaren daarentegen juist gedaald van 800 in 2000 naar 500 in 2015. De politie heeft zich volgens Vorenhout teruggetrokken in de stedelijke gebieden en heeft daardoor amper aandacht voor het buitengebied. „Jachtopzichters raken daardoor gefrustreerd, haken af of maken geen melding meer van stroperijen.”

Het tv-programma EenVandaag meldde eind 2012 ook al dat stropers vrij spel hebben in natuurgebieden, omdat het aantal toezichthouders sterk is afgenomen. Het politiekorps Noord- en Oost-Gelderland schreef daarop een brandbrief aan het ministerie van Veiligheid en Justitie en de provincie Gelderland.

Stroperij wordt steeds vaker een activiteit van georganiseerde criminaliteit. Illegale wildhandel is winstgevend, zei boswachter Verwoerd uit Staverden eerder. „Het is bekend dat er stropers opereren vanuit woonwagenkampen.”