Banjospeler Sam zingt met smeltende blik zijn liedje
Het kleinste onderdeel van de collectie is een aansteker; het grootste een kermisorgel. In het Kijk en Luistermuseum in Bennekom draait alles om muziek. „Elke bezoeker gaat met een glimlach naar buiten.”
Schuin tegenover de Bennekomse dorpskerk de straat in: daar zit het Kijk en Luistermuseum. Al veertig jaar. In een voormalig verenigingsgebouw. Het museum zelf is nog ouder: 45 jaar. „We vieren ons robijnen jubileum op deze locatie”, zegt vrijwilliger en gids Riet Beaujean.
Ze loopt naar de tingeltangel in de grote zaal: een cafépiano met orkest en slagwerk uit 1900. „Er is twee jaar aan gewerkt om het apparaat te herstellen. Nu is het een van onze topstukken.”
Ernaast staan een reginaphone, die zowel grammofoonplaten als schijven van een speeldoos kan draaien, en een orchestrion, waarin een piano en een viool spelen met behulp van een elektromotor. Beaujean: „Het is een wonder dat we het orchestrion hebben kunnen aanschaffen. De prijs? Sst… je hebt er een auto voor.”
Verzamelwoede
Het begon allemaal met de verzamelwoede van Ferrand Moltzer. Deze werktuigbouwkundig ingenieur, inwoner van Bennekom, was gefascineerd door alles wat muziek maakte. Zijn collectie speeldoosjes en -dozen werd snel te groot voor thuis. Het leidde tot echtelijke onmin. Jij eruit of die dingen eruit, vond z’n vrouw.
Moltzer koos voor het tweede, zocht ruimte elders, en het Bennekomse museum was een feit. Het kreeg onverwacht uitbreiding. Beaujean: „Ergens op de zolder van een boerderij stond een collectie streekhistorische voorwerpen te verpieteren: landbouwwerktuigen, klederdracht en huishoudelijke voorwerpen. De collecties werden samengevoegd tot een kijk- en luistermuseum.”
Saillant detail: op 27 juni gaf Moltzers jongste dochter, Anneke, haar jawoord aan oud-Bennekommer Wouter Stol. Jawel: tussen de speeldozen die ze vanuit haar jeugd kende.
Het Bennekomse museum wordt gerund door een bestuur. „We krijgen een klein beetje subsidie van de gemeente”, vertelt Beaujean. „Onze vrijwilligers zijn onmisbaar. Het zijn mensen met verstand van zaken. Ze verzorgen niet alleen rondleidingen, maar plegen ook onderhoud en doen reparaties aan de instrumenten. Ook houden zij hun ogen en oren goed open om nieuwe stukken aan de collectie toe te voegen. Zo ontdekte iemand de tingeltangel op een rommelmarkt in België.”
Beaujean vervolgt haar tocht door de grote zaal: 230 voorwerpen telt de collectie op dit moment. „Sommige instrumenten bewaren we in depot, je kunt niet alles tegelijk tentoonstellen.” De vergelijking met Museum Speelklok in Utrecht dringt zich op. „Natuurlijk worden wij daar vaak mee vergeleken, maar we zijn geen concurrenten. We zien Utrecht als onze grote broer en wisselen over en weer stukken uit. Mensen die beide musea hebben bezocht, zeggen soms stiekem: Het is hier gezelliger, knusser.”
Wisseltentoonstelling
Zo’n 12.000 bezoekers per jaar trekt het Bennekomse museum. Beaujean: „Vorig jaar zaten we er ineens duizend boven. Dat kwam door de wisseltentoonstelling van lego die we in huis hadden. Dat was een publiekstrekker. Er kwamen veel kinderen met ouders en grootouders op af. Dit najaar gaat onze wisseltentoonstelling over kunstenaar Dick Ket, die de laatste tien jaar van zijn leven in Bennekom woonde. We verwachten dat deze expositie ook weer een trekker wordt.”
De enthousiaste gids: „Elke bezoeker gaat met een glimlach naar buiten. Zo van: wat is dit leuk! Of: m’n oma had ook zo’n speeldoosje.” Ze laat het ene na het andere instrument horen. Verbazingwekkend waar allemaal muziek in zit en uitkomt. Een aansteker, een vogelkooi, snuifdoosje, horloge, kabouter, konijn. Maar natuurlijk ook een grammofoon, jukebox, harmonium, draaiorgel. Ze staan er allemaal en produceren hun eigen muziekjes. Met of zonder munt, met of zonder slagwerk.
Mascotte
„Het leukst is dat ik het allemaal snappen kan”, zegt Beaujean tussen de demonstraties door. „Van elektronica heb ik geen verstand, maar dit is mechanisch; een piefje, pafje, poefje, en het werkt.” Ze houdt stil bij „onze Sam”, de banjospeler uit 1910. „Hij is de mascotte van het museum”, vertelt Beaujean, terwijl ze de zwarte muzikant met rode hoed en jas zijn liedje voor de zoveelste keer laat zingen. „Zie zijn smeltende blik. Ik heb een zwak voor hem.”
Het Kijk en Luistermuseum in Bennekom is open op dinsdag tot en met zaterdag van 14.00 tot 17.00 uur, of op afspraak voor groepen van minimaal tien personen. Volwassenen betalen 5 euro, kinderen 2,50 euro. www.kijkenluistermuseum.nl
zomerserie Muziekmusea
Dit is het vierde en laatste deel in een serie over kleine musea die gewijd zijn aan muziek(instrumenten).