Japan laat weinig vluchtelingen toe
Welk land laat het grootste, en welk het kleinste aantal vluchtelingen toen? Buiten Europa springt Japan eruit als een van de meest zuinige landen als het gaat om het toelaten van migranten.
Om van die zuinigheid een indruk te geven: vorig jaar kreeg Japan zo’n 5000 asielaanvragen, en daarvan werden er 11 gehonoreerd. Een naar wereldwijde maatstaven ongekend laag aantal. Toch was er in 2014 in Japan sprake van bijna een verdubbeling, want in 2013 liet Japan nog maar 6 vluchtelingen toe. Dat Japan extreem weinig vluchtelingen toelaat, betekent nog niet dat het wereldwijde vluchtelingenprobleem het land koud laat. Integendeel: Tokio was vorig jaar een van de meest gulle donoren ten behoeve van vluchtelingen wereldwijd. Maar hen binnenlaten en tot volwaardige medeburgers maken? Dat is te veel gevraagd.
Het aantal buitenlandse inwoners bedraagt 1,57 procent van de Japanse bevolking en de meesten wonen in de stedelijk-industriële gebieden rond Tokio, Nagoya/ Toyota en Osaka. Koreanen vormen de grootste groep: bijna 30 procent van het totaalaantal buitenlanders; andere groepen zijn Chinezen, Brazilianen, Filipijnen, Peruanen en Amerikanen.
Intussen is er sinds 2008 meer interesse in Japan voor het binnenhalen van buitenlanders, wat komt door de bevolkingskrimp en de vergrijzing van de bevolking, die grote gevolgen gaan hebben voor de economie en de kwaliteit van de Japanse samenleving. Om concurrerend op de wereldmarkt te kunnen blijven, zal Japan iets aan die krimp en vergrijzing moeten doen. Rond 2050 heeft buurland China bijna 1,5 miljard inwoners, India zit dan op 1,6 miljard, terwijl het inwoneraantal van Japan zal zijn gekrompen van 128 miljoen naar 94 miljoen.
Niet voor niets nodigde Japan in 2009 en 2010 zo’n duizend verpleegsters in opleiding uit Indonesië uit om het tekort aan werkers in de ouderenzorg op te vangen.
Buitenlanders uitnodigen om het arbeidstekort aan te vullen, is nog wat anders dan hen aanvaarden als gelijkwaardige burgers, laat staan dat vluchtelingen enkel vanwege de nood waarin ze verkeren worden toegelaten.
Als Japan buitenlandse werkers toelaat, ligt de nadruk steevast op tijdelijke immigratie – voor een periode van drie tot vijf jaar. Daarbij heeft Tokio eenzijdige interesse in hoogopgeleide immigranten, of in werkers die nuttig zijn om een bepaald tekort op de arbeidsmarkt op te vullen, zoals in de bouwsector (vanwege de Olympische Spelen in Japan in 2020 is daar nu al grote behoefte aan). In een analyse van het Japanse migrantenbeleid die deze zomer uitkwam (”a socio-economic revue of Japans Resettlement Pilot Project”), hekelt de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR het op eigenbelang gerichte opnamebeleid van de Japanse regering. Japanners zouden veel meer met een humanitaire blik naar migranten moeten kijken: wat is hun nood en wat kunnen wij daaraan doen? aldus de opstellers. Ze bekritiseren verder dat Japan geen enkele wettelijke maatregel neemt tegen de discriminatie van buitenlanders.
Wat Japanners mede schuw maakt jegens buitenlanders is de idee van ”Nihonjinron”, de unieke, zeg maar gerust superieure positie van Japanners als volk in de wereld. Dat stelt de Japanse onderzoeker Kim Mikyoung in de de bundel ”Japan in Crisis. What Will It Take for Japan to Rise Again?”. Nihonjinron komt erop neer dat Japans burger-zijn met aangeboren intuïtie heeft te maken: de Japanse cultuur van binnenuit kennen en beleven, is enkel voor geboren Japanners weggelegd, stellen aanhangers, en onder hen zijn volgens Mikyoung opvallend veel politici, zakenlui en journalisten. ”Nihonjinron” wordt door beleidsmakers slim gebruikt om buitenlanders buiten de deur te houden, stelt ze vast.
Onder de gewone bevolking is dat aan het veranderen, denkt Mikyoung: daar neemt het multiculturele denken toe, en als klein voorbeeld wijst ze op het enthousiasme waarmee inwoners van de Japanse stad Obama City de zwarte president Obama ontvingen, toen die hun stad in 2008 bezocht.
Of die vermeende openheid echt ander beleid zal opleveren? Dat valt nog te bezien. Dit jaar komt Japan met een nieuw plan voor het opnemen van vluchtelingen, want, zo is de motivering erachter, door de enorme toename van het aantal vluchtelingen wereldwijd voelt Japan de druk om zijn internationale verplichtingen na te komen. Om dat plan voor te bereiden, startte Tokio vijf jaar geleden een proefprogramma rond het opnemen en laten integreren van migranten. Deze zomer kwam een concept van dat plan openbaar.
De kritiek van de UNHCR op zowel het proefprogramma als op het conceptplan was niet mals. Uit tal van maatregelen blijkt dat Japan halfhartig blijft als het gaat om het wijder openzetten van de deuren voor vluchtelingen die echt in nood zijn. Zo blijft de selectieprocedure van kandidaat-asielzoekers vaag, willekeurig en volstrekt onduidelijk voor wie het betreffen. Het draagvlak voor een ruimer toelatingsbeleid ontbreekt ook onder de bevolking, stelt de UNHCR –sociaal isolement is een van de klachten die migranten uiten, en dat komt niet alleen (maar zeker ook) door de taalbarrière. Tokio moet meer doen aan voorlichting om dat draagvlak te vergroten, vindt de UNHCR.