Binnenland

„Betuwse baron-boer vergeten landbouwpionier”

LIENDEN. Hij financierde de eerste landbouwschool in Nederland, experimenteerde met teeltmethoden en nieuwe gewassen en ontwikkelde landbouwwerktuigen. Als landbouwpionier raakte Frederik Louis Willem van Brakell tot Den Eng (1788-1865) echter in de vergetelheid. Een biografie die deze maand verschijnt, geeft hem eerherstel.

Jan Kas
17 August 2015 07:22Gewijzigd op 15 November 2020 21:05
Baron van Brakell tot Den Eng. Foto Streekmuseum Baron van Brakell
Baron van Brakell tot Den Eng. Foto Streekmuseum Baron van Brakell

Oud-burgemeester Tammes van Lienden en Buren schreef het boek, een uitgave van de Historische Kring Kesteren en omgeving. Al jaren woont hij op Den Eng, het landgoed van de baron bij het Betuwse dorp Ommeren. Sinds zijn aantreden in 1988 als burgemeester van de toenmalige gemeente Lienden is Tammes voorzitter van het fonds dat de nalatenschap van de kinderloos overleden baron beheert. „Van Brakell wordt herinnerd als weldoener, maar hij verdient het dat zijn betekenis voor de Nederlandse landbouw weer meer aandacht krijgt”, vindt de biograaf.

Kunstmest

Baron van Brakell vond een kunstmeststrooier uit, ontwierp een handploegje om grond gemakkelijker los te maken, teelde als eerste graan in rijen, zodat onkruid eenvoudiger verwijderd kon worden, en introduceerde in Nederland gewassen zoals de Syrische tarwe. Voor de mest­winning liet hij zijn koeien ook ’s zomers op stal staan. „Van Brakells bedrijf was een modelboerderij. Geregeld leidde hij er delegaties uit het buitenland rond”, aldus Tammes.

De baron, die een voor zijn tijd grote onderneming van 145 hectare leidde, stond ook aan de wieg van de georganiseerde landbouw. Hij was een van de oprichters van de Geldersche Maatschappij van Landbouw. Van Brakell was verder betrokken bij de eerste Nederlandse landbouwschool, in Zalk, bij Zwolle, die uiteindelijk toch niet van de grond kwam.

Om zijn inzichten te verspreiden, schreef de baron landbouwkundige brochures en publiceerde hij in toonaangevende Nederlandse landbouwtijdschriften.

Tammes, die geografie studeerde en aardrijkskundeleraar was: „De baron bedreef akkerbouw met een tuinbouw­achtige aanpak. Daarvoor waren veel werknemers nodig. Aanvankelijk propageerde hij de mechanisatie in de landbouw. Later, toen hij besefte dat daarmee veel arbeiders werk werd ontnomen, kwam hij daarop terug. Hij wilde niet dat platte­landers naar de steden werden gedreven, waar hun armoede, zedeloosheid, werkloosheid en politieke onrust zouden wachten. Arbeid was volgens hem het beste medicijn tegen armoede. Werkgelegenheid bieden tegen een fatsoenlijk loon was hij in zijn ogen aan zijn stand verplicht. Van Brakell nam daarom steeds meer werkers in dienst. In 1850 liet hij dertig arbeiders 30 hectare met spades omspitten.”

Reveil

Als persoon was de baron niet gemakkelijk, zegt Tammes. „Hij was een hoekige figuur, die vaak de confrontatie zocht. Bij boeren in zijn omgeving was hij niet populair. Van Brakell was wel een sociaal voelend man, geïnspireerd door de beweging van het Reveil. Hij kwam op voor armen, werklozen en wezen. Op Den Eng had hij een kruidenierswinkel waar zijn arbeiders voor geringe bedragen boodschappen konden doen. Rijkere buurtgenoten mochten daar alleen brood kopen.”

In zijn testament bepaalde de baron dat zijn bezittingen werden ondergebracht in het ”Fonds hulpbetoon aan de arbeidende klasse in de buurtschap Meerten”. Tammes: „Meerten was een poldergebied bij Ommeren, waar veel van zijn arbeiders woonden. Het fonds was een belangrijk sociaal vangnet in een tijd waarin de overheid het liet afweten. Zo kregen arbeiders die ongeneeslijk ziek waren, wanneer twee artsen dat bevestigden, 1 gulden per week. Ook kregen arbeiders als ze zestig jaar werden een volkstuintje.”

Belijdenis

Aan het fonds waren strenge voorwaarden verbonden. „Wie in aanmerking wilde komen, moest in Meerten blijven wonen, ook met iemand uit de buurtschap trouwen en voor de leeftijd van 25 jaar belijdenis van het geloof afleggen in de hervormde gemeente in Lienden.” Er zijn nu nog veertien rechthebbenden uit drie of vier families die aan alle condities voldoen. Na hun zestigste verjaardag ontvangen zij uit het fonds jaarlijks een paar honderd euro.”

De biografie wordt volgende week zaterdag gepresenteerd in het nieuwe Streekmuseum Baron van Brakell in Ommeren, dat die dag wordt geopend. Het museum biedt onderdak aan het Heemkundig Museum Ommeren, de Historische Kring Kesteren en Omgeving en een boerenwagenmuseum. Deze maand is het precies 150 jaar geleden dat de naamgever van het museum overleed.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer