Glans pareltjes Amsterdam soms dof
AMSTERDAM. Het waren de rijksten van Amsterdam die de ”Gouden Bocht” lieten bouwen. Feitelijk is er in drie en een halve eeuw niets veranderd. Nog altijd behoort het stukje Herengracht tussen de Vijzelstraat en de Leidsestraat tot het meest prestigieuze vastgoed van ons land.
Voorzitter Aaldrik Zaaiman van de Amsterdam Cultuur-Historische Vereniging is zo enthousiast over het idee van een rondleiding over de Gouden Bocht in relatie tot een oud schilderij, dat hij ook de secretaris, René Valensa, heeft meegenomen.
De Gouden Bocht ontstond rond 1668, vertelt deze enthousiast. „Regenten en rijke kooplieden hadden behoefte aan grote huizen, om hun welvaart te tonen. Ze kozen daarom voor dubbele kavels. Zodoende konden ze brede huizen bouwen, van vijf ramen breed. Normaal was een grachtenpand tot dan toe drie ramen breed.”
De kavels aan de Herengracht waren niet alleen breed, maar ook enorm diep. „Dertig meter huis en 20 meter tuin”, aldus Valensa.
Goudverf en marmer
De rijken wilden in alles laten zien dat ze zwommen in hun geld. „Ze verfraaiden hun woningen, aan de buitenkant, maar vooral aan de binnenkant. Hekken met goudverf, marmer, kroonluchters; geen trap was hetzelfde. Drie vierde van de heel rijken van Amsterdam woonde hier, met nog altijd bekende namen, zoals Insinger, De Beaufort, Goudstikker en Van Eeghen; 36 families bepaalden honderd jaar lang alles wat er gebeurde.”
De huizenrij op het schilderij van Gerrit Adriaensz. Berckheyde uit 1671/1672 laat diverse gaten zien. „Niet alle woningen waren al gebouwd”, aldus Zaaiman.
Inmiddels zijn die gaten opgevuld, behalve het meest linkse gat. Daar is later nog wel een huis gebouwd, maar komt ook de Nieuwe Spiegelstraat op de Herengracht uit.
Eén duidelijke verandering heeft er plaatsgehad sinds de gouden eeuw. „Vroeger stonden de trappen recht op de huizen”, weet Zaaiman. „Daardoor konden de oproerkraaiers tijdens het Aansprekersoproer in 1696 met een stormram zo de trap oprennen en de deuren openbeuken. Daarom zijn de trappen nadien dwars op de woningen gezet. Later verdwenen veel trappen, een verkrachting van de huizen.”
Welvaart
Anno 2015 is er nog steeds veel moois te zien in de Gouden Bocht. Veel toeristen weten het. Zij lopen langs de grachtenpanden en vergapen zich op rondvaartboten aan het moois aan de buitenkant.
Soms staat er een deur open. Een prachtige kroonluchter tooit de marmeren gang.
In een van de witte huizen op het schilderij huist nu de Van Eeghen Group. Het koperen bord glimt. Twee beelden zijn aan de gevel aangebracht. „De regenten versierden hun huizen vaak met kunststukken die de bron van hun welvaart toonden. Bijvoorbeeld een dolfijn, een walvis of de zeegod Neptunus als die bron de zeevaart was”, aldus Valensa.
Beide stadsgidsen zijn trots op de regentenhuizen. „Ze zijn enkele van de pareltjes van Amsterdam.” Valensa weet echter ook dat de grandeur van de macht corrumpeerde tot grootheidswaanzin. „Burger Andries de Graeff vroeg in 1672 aan zichzelf als burgemeester of hij een plek voor zijn huis mocht hebben om zijn koets te stallen. Burgemeester De Graeff vond dat natuurlijk in het belang van de stad, en keurde de aanvraag goed.”
Dat rijkdom niet altijd geluk brengt, leert de Herengracht 464. In het voormalige kantoor van ex-advocaat Bram Moszkowicz brandt een kroonluchter. Ondanks dat het pand al in 2014 is verkocht –voor 2,6 miljoen euro– staan de koperen letters ”Moszkowicz” nog altijd op de gevel. Ze glimmen alleen niet meer.
zomerserie Stadsgezichten
Dit is het derde artikel in een serie van acht over stadsgezichten naar aanleiding van oude schilderijen.