Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft een crisisteam geformeerd. De belangrijkste Franse aanklager op het gebied van terrorismebestrijding, Jean–Louis Bruguiere, leidt het onderzoek. Politie en gendarmerie zijn gemobiliseerd.

Volgens de autoriteiten woensdag eiste de terreurbeweging in een reeks schriftelijke dreigementen, gericht aan de Franse president en de minister van Binnenlandse Zaken, 4 miljoen dollar en 1 miljoen euro. Een keer was er uiterst kort telefonisch contact met een afperser, aldus de politie. Een ontmoeting voor maandagmiddag werd afgeblazen.

Na aanwijzingen van de groep trof de politie op 21 februari op het baanvak Parijs–Toulouse ten noorden van Limoges daadwerkelijk explosief materiaal aan. Deskundigen konden de zelfgemaakte bom onschadelijk maken. Een explosie had de rails kunnen beschadigen, aldus Binnenlandse Zaken.

De groepering noemt zichzelf AZF, naar de chemische fabriek die op 21 september 2001 in het Zuid–Franse Toulouse explodeerde. Bij de ontploffing, waarvan nog steeds niet vaststaat of het een ongeluk of een aanslag was, kwamen dertig personen om het leven. De catastrofe stond in de schaduw van de aanslagen op de Verenigde Staten tien dagen eerder.

De politie sluit vooralsnog elke relatie tussen de groepering AZF en islamitische of Tsjetsjeense militante bewegingen uit. Mogelijk gaat het bij AZF om een activist.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken had de afpersing dinsdagavond in een verklaring aan de media bevestigd, maar om vertrouwelijke behandeling gevraagd. Desondanks bracht woensdagochtend minstens een krant het nieuws.