Israëlische artsen komen in hun vakantie terug om Palestijnse kinderen te opereren
„Ga een spelletje met de kinderen doen.” Chelsey Cohen staat voor een groep jonge Canadezen en doet hun een suggestie. In de woonkamer van het kindertehuis Save a Child’s Heart (SACH) zit een groep Afrikaanse kinderen die in Israël zijn voor een hartoperatie.
In hun eigen land zien de artsen geen kans om de ingewikkelde operaties uit te voeren. Israëlische artsen willen hen echter graag helpen. En de tijd die ze niet in het ziekenhuis hoeven zijn, brengen de kinderen door in kindertehuis SACH. De kinderen en de Canadese jongeren verspreiden zich zodra Chelsey Cohen haar instructies heeft gegeven. Ze gaan aan tafel een spelletje doen. Of ze zitten op de bank met de mobieltjes van de Canadese gasten te spelen.
De kinderen zijn eraan gewend om telkens nieuwe gezichten te zien. Regelmatig komen er groepen in SACH. Bovendien zijn er vrijwilligers die hen bezighouden. Sommige kinderen komen met een van de ouders, gewoonlijk de moeder. Andere kinderen arriveren in groepjes, met een verpleegster als surrogaatmoeder.
De meeste kinderen in het huis komen uit Afrika. Huismoeder Laura Cafif loopt vooruit naar de lift die naar de verdiepingen van het twee jaar oude pand voert. Ze toont de vertrekken waar de buitenlandse artsen logeren en waar de kinderen verblijven. „Dit is een ingrijpende ervaring voor de kinderen. De eerste week kan heel moeilijk zijn. Maar ze slaan zich er heel goed doorheen. Zij zijn de echte helden.”
Er is ook een veilige kamer, met dikke muren en een sterk plafond. Vorig jaar, tijdens de Gazaoorlog, moesten de kinderen hier geregeld tijdens raketaanvallen in schuilen. Tegen een van de muren staat een installatie. „Het luchtfilter”, legt de huismoeder uit. „Bij een aanval met chemische wapens hoeven de kinderen geen gasmasker op.”
Herstel
De organisatie Save a Child’s Heart helpt elk jaar ongeveer 250 buitenlandse kinderen met hartproblemen. Vroeg of laat vertrekken de kinderen naar het Wolfson Medisch Centrum. Zodra ze de operatie achter de rug hebben, komen ze terug voor herstel. Het verblijf in Israël duurt in totaal twee tot drie maanden.
In het Wolfson Medisch Centrum zit de afdeling cardiologie vol met Palestijnse kinderen en hun ouders. Israëlische artsen en een Palestijnse dokter uit de Gazastrook onderzoeken de jonge patiënten. Soms worden ze onmiddellijk opgenomen, wordt er een operatie gepland of volgt er een andere behandeling.
Tien tot veertien dagen na de operatie mogen de Palestijnse kinderen naar huis. Zij hoeven dus niet, zoals de Afrikaanse kinderen, in het kinderhuis te blijven. Ze kunnen gewoon voor de duur van één dag terugkomen voor controle.
Het verkrijgen van toestemming om naar Israël te reizen, vormt nooit een probleem, vertellen de Palestijnse ouders. Alleen is het af en toe lastig om een vergunning te krijgen voor het specifieke tijdstip van de afspraak.
Zo vertelt Asmaa dat ze al eerder met haar dochter Rosy in het ziekenhuis had moeten zijn, maar dat ze nog geen vergunning had. Die heeft ze nu wel. „Ik had vandaag geen afspraak, maar ze zeiden: Blijf maar.”
Asmaa studeerde voor accountant aan de Islamitische Universiteit in Gaza. Ze aarzelde geen moment om naar Israël te komen. „Je denkt alleen: Ik wil dat mijn dochter beter wordt. Niemand heeft geprobeerd me tegen te houden. Hamas hield ons ook niet tegen. Veel burgers in Gaza gaan naar Israël voor operaties. Mijn vader is een zakenman die goede relaties heeft met Israël.”
Fatima Sarsour, een moslima met een blauw hoofddoekje, helpt de Palestijnse gezinnen. „Elk gezin heeft een ander verhaal”, zegt ze. „Als ze hier voor het eerst zijn, weten ze niet wat ze moeten doen. Ik help hen en geef emotionele steun. Ik ben de hele tijd aan het bellen. Soms kan ik met één telefoontje een leven redden.”
Sabbatsmaal
Hoofd cardiologie dr. Akiva Tamir vertelt dat Palestijnse hartspecialisten hem regelmatig bellen met de vraag of ze een kind kunnen sturen. Hartspecialist dr. Rula Awad in Beit Jala op de Westelijke Jordaanoever heeft hij persoonlijk getraind.
„Het komt voor dat we net met de hele familie voor het sabbatsmaal rond de tafel zitten en de telefoon gaat”, zegt Tamir. „Ik moet dan snel een hartkatheterisatie verrichten voor een kind uit de Westoever of de Gazastrook. Op sabbat is vervoer altijd moeilijk te regelen. Ook de kantoren die reispermissie geven zijn dan dicht. Maar ik heb alle telefoonnummers. Soms bel ik hen midden in de nacht. Israël houdt niemand tegen die een medische behandeling nodig heeft.”
Wat is het gevolg hiervan voor de relaties tussen Israël en de Palestijnen? Tamir: „Persoonlijk geloof ik dat de impact niet zo groot is. Natuurlijk, het geholpen gezin is dankbaar. Zij krijgen een positieve houding. Maar wat de invloed is op de verdere familie of op de politiek, weet ik niet. Mij als Jood gaat het erom een goed werk te verrichten.”
Er is veel propaganda tegen Israël, vervolgt de arts. „Lees de rapporten van de Verenigde Naties. Dat geeft een slecht gevoel. Je probeert goede dingen te doen en te helpen. Maar mensen die geen band hebben met dit gebied, verdraaien dat zodat je er slecht afkomt. Net zoals tijdens de Holocaust.
Maar het kan me niet schelen wat anderen van ons denken. Ik heb vooral belangstelling voor wat we als team betekenen. De leden van onze groep zijn rechts, links of zitten in het politieke midden. Maar allemaal zijn ze heel aardig voor de kinderen en ze behandelen hen professioneel. Onze kracht zit in onze daden.”
Bedden
Op de intensive care vertelt dr. Sion Huri dat hij met vier bedden begon en er nu elf gebruikt. Ongeveer de helft van de patiënten komt uit Israël, de andere helft uit de Palestijnse gebieden of uit andere landen.
Hij verzekert dat de opvang van buitenlanders niet ten koste gaat van Israëlische kinderen. „Integendeel. Veel Israëlische kinderen hebben hun leven te danken aan SACH. We hebben hier een nieuw team gecreëerd en nieuwe apparatuur aangeschaft die voor iedereen is bestemd. Als jonge arts zag ik Israëlische kinderen sterven omdat de juiste behandeling niet mogelijk was door het ontbreken van de goede apparatuur.”
Israëliërs zijn verplicht verzekerd. De premie is afhankelijk van het inkomen. „Iedereen krijgt medische verzorging. Niet dat iedereen tevreden is; je zult geen twee mensen vinden die zeggen dat ze tevreden zijn. Maar als je kijkt naar moeder- en kindersterfte, kraambedsterftes en de hele levensverwachting, dan doen we het behoorlijk goed. Hoewel we niet de financiële middelen hebben van andere landen.”
In zijn werk heeft de arts geleerd rekening te houden met het onverwachte. Onlangs kreeg hij een telefoontje toen hij ’s avonds laat met een paar collega’s in vergadering was. Op de luchthaven stond een groep kinderen die uit Afrika waren gekomen. Zonder visum. Dat hadden ze in Nairobi moeten krijgen. Iedereen werkte mee in het belang van de kinderen. „De politieagente zei: Eerst naar binnen, voor de visa zorgen we later wel.”
Save a Child’s Heart
De kinderarts en hartchirurg dr. Amram (Ami) Cohen vond als Amerikaanse immigrant een baan in het Wolfson Medisch Centrum in Holon. Een jaar later ging hij naar Ethiopië om operaties te verrichten. Hij stelde voor om kinderen voor operaties over te brengen naar Israël. Zo ontstond de organisatie Save a Child’s Heart (SACH).
Het doel van SACH is kinderen te opereren, medische teams naar het buitenland te zenden om kinderen te behandelen en buitenlandse teams te trainen in de behandeling van hartstoornissen bij kinderen. Wereldwijd heeft ongeveer 1 procent van de kinderen bij de geboorte een hartafwijking. Van die kinderen heeft tussen de 33 en de 50 procent medische hulp nodig.
Op de afdeling voor kinderen brengen moeders uit Gaza en Israël gezamenlijk de tijd door naast de bedden van de kinderen. „We slagen erin bruggen te bouwen”, zegt Tamar Shapira, woordvoerder van SACH. „Het lot van de kinderen maakt de verschillen onbelangrijk.”
Het werk wordt mogelijk gemaakt door donors en financiële hulp van de Israëlische en de Amerikaanse regeringen en de Europese Unie. „De financiën blijven steeds komen. We kunnen niet zeggen: Wacht, het geld is nog niet binnen. De kinderen hebben direct hulp nodig. De behandeling plus de reiskosten zijn laag: 10.000 dollar per kind. De artsen doen dit werk op vrijwillige basis. In de VS zouden dergelijke operaties meer dan 200.000 dollar kosten.”
Shevet Achim
Shevet Achim is een christelijke organisatie die kinderen uit de Arabische wereld naar Israël brengt om hartoperaties te ondergaan in Wolfson. Het centrum van Shevet Achim in Jeruzalem biedt onderdak voor en na de operaties, voor zowel de kinderen als hun moeders en begeleiders. De organisatie helpt ook met het regelen van vervoer vanuit de Gazastrook.
De organisatie werd opgericht door de Amerikaanse journalist Jonathan Miles. Hij legde contact tussen buitenlandse gezinnen en Wolfson. Hij woonde een aantal jaren in de Gazastrook.
In Bagdad ontmoette hij een arts, tevens familie van Saddam Hussein. De Iraakse arts belde dr. Ami Cohen en vroeg hem te helpen bij de behandeling van een kind. Shevet Achim regelde vervoer en het patiëntje kwam via Jordanië in Israël. Het kind overleefde de operatie helaas niet, maar zijn familie toonde zich dankbaar om wat er gedaan was om het kind te redden.
De vrijwilligers van Shevet Achim komen uit verschillende landen. Onder hen zijn verpleegkundigen en chauffeurs. In Jordanië bevindt zich ook een echtpaar dat zich inzet. „We brengen nog steeds kinderen uit Irak”, zegt Agnes Bruna, een Nederlandse die bij Shevet Achim werkt. „Vooral uit Koerdistan. De kinderen komen via Jordanië. We blijven doorlopend bij hen, ook gedurende de operatie.”
Ze vertelt dat haar organisatie goede contacten heeft met de Israëlische autoriteiten, die Palestijnen in de Gazastrook toestemming geven om Israël te bezoeken voor medische behandeling. Als er problemen zijn, komen die meestal van Hamas.
Ze heeft alle lof voor de artsen in Wolfson. „Ze behandelen de kinderen alsof ze hun eigen kinderen zijn. Artsen sliepen naast het bed van Syrische vluchtelingen om op hen te passen. We hebben ook gezien dat artsen midden in hun vakantie terugkwamen om te helpen. Dat is verbazingwekkend.”