„Alsof je naar de Olympische Spelen ging”
In maart benoemde de Saint-Eustache in Parijs uit een groep van 52 sollicitanten 2 opvolgers van de organist Jean Guillou. De Fransen Baptiste-Florian Marle-Ouvrard (33) en Thomas Ospital (25) wonnen het concours dat de kerk had uitgeschreven.
In het jongste nummer van Forum, het blad van de Saint-Eustache, vertellen de twee organisten hoe hun liefde voor het orgel werd geboren, over de stress van het concours, de droom om organist te zijn in de Sainte-Eustache en hun voorliefde voor improviseren.
Marle-Ouvrard begon op vierjarige leeftijd met pianospelen, vertelt hij. Tijdens een repetitie met het kinderkoor van de Franse radio viel hij voor de schoonheid van de orgelklank. „Ik wilde het orgel graag een keer proberen”, aldus Marle-Ouvrard, „maar een van mijn docenten raadde het sterk af, met als argument dat het een heel complex en kwetsbaar instrument is. Gelukkig stond een vriend uit de klas me toe toch eens achter een orgelklavier plaats te nemen. En zo wist ik op veertienjarige leeftijd wat ik wilde worden!”
Ospital: „Tot m’n tiende jaar leefde ik zonder muziek. Toen raakte ik gefascineerd door een klein orgeltje in de parochiekerk waar m’n vader in het koor zong. Niemand speelde erop, behalve de dirigent om de toon aan te geven. Hij vertrouwde mij deze taak toe, en zo maakten m’n vingers kennis met het klavier. Het was liefde op het eerste gezicht: ik zou organist worden!”
De twee organisten kregen les van dezelfde docenten aan het Conservatoire National de Musique in Parijs. Hoe hebben ze het concours van de Saint-Eustache ervaren?
Marle-Ouvrard: „Het was het moeilijkste concours uit mijn carrière. Een sollicitatieconcours met zulke hoge eisen is hetzelfde als je voorbereiden op de Olympische Spelen. De selectieprocedure duurde drie maanden. Je moest geconcentreerd blijven tot de finale. Wat een stress!”
Ospital: „Je moet inderdaad stalen zenuwen hebben, maar eerdere concoursen hebben me wel geleerd m’n emoties te beheersen. De selectieprocedure was gericht op het testen van zowel de diepgang als de veelzijdigheid van de kandidaten”
Over het vijfklaviers Van den Heuvelorgel in de Saint-Eustache laten de twee zich in sterke termen uit. Marle-Ouvrard: „Een gaaf instrument, buitengewoon. Ik heb in Parijs op diverse andere beroemde orgels gespeeld, maar dit heeft een bijzonder karakter. Je benadert het niet zoals andere orgels.”
Ospital: „Het is een monumentaal en orkestraal instrument. Je kunt er elke klank aan ontlokken. Voor ons is het een kans en een eer dat we titulair organist zijn geworden, gesteund door de uitslag van het concours. Ik ben me bewust van onze verantwoordelijkheid: zo goed mogelijk de muziek in de kerkdiensten verzorgen. Maar ik hoop tegelijk dit schitterende instrument te promoten bij de jonge mensen en bij een breed publiek.”