Medewerkers van een natuurwinkel verderop in de straat staan voor de deur te kijken naar de ravage. „Het was een ongelofelijke klap”, vertelt een van hen, die maandag in de winkel aan het werk was. „Alles stond te schudden. De stellingen hebben het gehouden, wonder boven wonder is er niets naar beneden gekomen.”

De medewerkers vertellen dat het vlak na de klap heel stil was en dat in de tijd daarna de paniek losbrak. „De hele straat stroomde vol. Half Alphen, pers en heel veel hulpverleners. Ik stond te trillen op mijn benen.” Een medewerkster spreekt van een wonder dat er, ondanks de ravage, slechts een gewonde lijkt te zijn gevallen. Ze willen dinsdag de winkel wel weer openen.

Een collega liep met een wandelwagen door het centrum toen ze plots allemaal hulpdiensten voorbij zag scheuren met loeiende sirenes. „Het was afschuwelijk, het leek wel de Ridderhof”, zei ze, refererend aan de dag waarop Tristan van der Vlis in dat winkelcentrum het vuur opende op het winkelend publiek en daarbij zes mensen doodde.

Medewerkers van een ijzerhandel in de Hooftstraat spreken van „een ramp voor de hele straat”. Ze waren al een tijdlang moeilijk bereikbaar voor leveranciers en klanten, doordat de brug eruit lag en ook in het centrum van Alphen aan den Rijn wordt gewerkt. „Dat gaat nu natuurlijk allemaal nog veel langer duren. Een enorme omzetderving voor ons.”

Een voorbijganger die op het strand lag toen het ongeval gebeurde, spreekt ook van een wonder dat er geen doden zijn gevallen. „Het komt waarschijnlijk door het mooie weer, de vakantie en dat het maandag was en de winkels dus dicht waren. Het lijkt wel een oorlogsgebied”, zei hij kijkend naar de ravage in de Hooftstraat.