Het Zeeuws blijft in refo-Zeeland
MIDDELBURG. Zeeuwse kinderen praten steeds minder Zeeuws. In 2003 werd nog in één op de vijf gezinnen thuis meestal Zeeuws gesproken. Nu is dat nog maar bij één op de zeven gezinnen het geval en dan vooral in reformatorische gezinnen en in de gemeenten Reimerswaal, Tholen en Borsele.
Dit blijkt uit van de in 2014 voor de vierde keer gehouden Jeugdmonitor enquête basisonderwijs onder leerlingen van de Zeeuwse groepen 6, vooral 9- en 10-jarigen. Aan de enquête in 2014 werd meegedaan door 2026 kinderen.
Er gaan steeds minder kinderen naar de kerk. De invloed van geloof op de thuissituatie van kinderen in Zeeland is groot. Kinderen die op een reformatorische school zitten, groeien twee keer zo vaak op in een traditioneel kostwinnersgezin, spreken veel vaker Zeeuws en gaan veel vaker naar de kerk.
In 2003 ging de helft van de kinderen uit groep 6 naar de kerk en nu nog maar een kleine vier van de tien. Het aandeel kinderen dat elke week naar de kerk gaat is bijna niet veranderd; in 2014 en 2003 was dat één op de vier.
Er bestaan in Zeeland heel grote regionale verschillen in het kerkbezoek. In de gemeente Hulst bezoekt één van de tien kinderen de kerk. In Reimerswaal en Tholen is dat vrijwel het omgekeerde. Van de kinderen woonachtig in Reimerswaal bezoeken acht van de tien kinderen meerdere malen per maand de kerk. In Tholen bezoeken zeven van de tien kinderen meerdere malen per maand de kerk.
In 2003 ging bijna vijf van de tien kinderen wel eens naar de kerk, in 2014 was dit bijna vier van de tien. Van deze groep gaat bijna twee derde tenminste één keer per week. De omvang van deze groep is door de jaren heen ongeveer gelijk gebleven (een kwart van alle school-kinderen in 2014). De afname zit ’m vooral in de kinderen die af en toe gaan.