Instrumenten Museum Musica spelen automatisch
Van liederen van Johannes de Heer tot cafédeuntjes. Jan Norder laat het allemaal horen in Museum Musica in Stadskanaal. De vroegere hervormde kerk herbergt een bonte verzameling automatisch spelende muziekinstrumenten.
Vakantie vieren? Jan (68) en Smilka (66) Norder schudden het hoofd. Het echtpaar steekt alle tijd in zijn museum, dat sinds 1992 in het voormalige kerkje Bethel huist. In de kerkzaal –zo’n 15 bij 8 meter groot– staan harmoniums, pianola’s, draaiorgels, speeldozen, platenspelers en bandrecorders. Blikvanger is de Lorelei, een fors draaiorgel uit 1990. Een kennis van Norder bouwde het binnenwerk, Norder zelf ontwierp het front.
De wanden van het kerkje worden deels aan het zicht onttrokken door radio’s, harmonica’s en accordeons. Aan de tafel in het midden kunnen bezoekers genieten van een kop koffie en een plak cake.
Norder verzorgt zelf de rondleiding. Moeiteloos somt hij historische feiten op. Dat is niet verwonderlijk, want geen instrument werkte naar behoren toen hij het aanschafte. Norder restaureerde alles zelf. Niet alleen het technische deel, maar bijvoorbeeld ook platgedrukte orgelpijpen.
Hij laat het bekken, de trom en de pijpen van een orchestrion hun zegje doen. „Dit instrument was één grote puinhoop. Tekeningen ontbraken, maar met logisch nadenken kom je een eind.”
Bruiloftsmars
De Groninger is verzamelaar in hart en nieren. Ook de vroegere consistorie achter de kerkzaal staat vol. Hetzelfde geldt voor de oudheidkamer achter het kerkje.
Norder verzamelt sinds zijn tiende. Het begon met een speeldoosje. Later kwamen er gereedschappen, klokken, kachels en onder andere kanonskogels en scheerapparaten bij. „Het zit in de genen, want mijn opa hield ook van gereedschappen en kermisorgels.” Lachend: „Ik ben blij dat de muziekinstrumenten automatisch spelen, want ik kan geen noot lezen.”
Norder brengt de instrumenten tot leven door een knop om te zetten of aan een slinger te draaien. Dankzij een rol met gaatjes of pinnetjes, of een metalen schijf vol gaten klinkt muziek. Meest hupse deuntjes, maar ook de Bruiloftsmars van Mendelssohn en liederen uit de bundel van Johannes de Heer.
Norder heeft de hand op prachtige instrumenten weten te leggen, zoals het Boheemse draaiorgeltje, voorzien van een wit front met warmrode panelen. Of het kleine huiskamerorgel uit 1879 waar Amerikanen psalmen bij zongen.
De Groninger wijst naar een ander orgel. „Deze Franse serinette uit de tijd van Napoleon was niet alleen bedoeld om burgers te vermaken. Met de voorste pijpen leerde men kanaries zingen, de achterste pijpenrij moest merels inspireren.”
Schemerlamp
Er valt nog meer te ontdekken in Museum Musica. De voorloper van de platenspeler, de fonograaf van Edison uit 1904 en de combinatie van een staande schemerlamp en een platenspeler, een Lampaphon uit 1934. Bijzonder is ook de ultrafoon uit 1927. Twee naalden die vlak na elkaar in de groef van een plaat lopen, zorgen voor een stereobeleving.
Norder krijgt jaarlijks zo’n 3000 mensen over de vloer. Veel groepen, maar ook gezinnen met kinderen. Wie orgel of piano kan spelen, mag zelf in de toetsen grijpen. „Sommige bezoekers komen terug, onder wie een gezin uit Kinderdijk. De vader vertelde onlangs dat zijn zoon dankzij de bezoeken aan ons museum is begonnen met het verzamelen van speeldozen en dat hij accordeonlessen krijgt. Geweldig toch?”
zomerserie Muziekmusea
Dit is het tweede deel in een serie over kleine musea die gewijd zijn aan muziek(instrumenten). Over twee weken deel 3.