PvdA-voorzitter Spekman: Politiek moet weer durven moraliseren
Klap na klap na klap krijgt de PvdA. Partijvoorzitter Spekman laat zich er niet door uit het veld slaan: „Ik bespeur in de partij nog veel optimisme. Tal van mensen zetten zich met hart en ziel in voor de sociaaldemocratie.”
Zelf wil hij evenmin van opgeven weten. De slechte verkiezingsresultaten zorgen ervoor „dat de adrenaline juist nog sneller door mijn lijf gaat stromen”, stelt hij. „Ik word alleen maar vastberadener.”
Spekman maakte in 2012 de overstap van Kamerlid naar partijvoorzitter. Een van de dingen die hij destijds wilde bereiken, was de idealen van de PvdA opnieuw vastleggen op papier. Het wetenschappelijk bureau beschreef die in 2013 in het rapport ”Van waarde”. „Het grote gevaar voor politieke partijen in deze tijd van sterk wisselende verkiezingsuitslagen is dat ze zich gaan gedragen naar wat mensen op dit moment vinden”, analyseert Spekman. „Ik vind het cruciaal dat partijen betrouwbaar zijn, dat ze politiek bedrijven vanuit hun idealen.”
Een van de kernpunten uit het rapport ”Van waarde” is dat mensen weer zeggenschap krijgen over publieke instellingen, zoals woningbouwcorporaties. „Het is mijn diepe overtuiging dat mensen zichzelf ontwikkelen als ze daartoe de kans krijgen, als ze greep hebben op en zeggenschap over hun leven.”
Dankzij de marktwerking in de afgelopen decennia zijn veel publieke instituties volgens Spekman vervreemd van de mensen die ze moeten bedienen. „Klanten werden een nummer, medewerkers werden gekleineerd.”
En er kwamen mensen aan de top „die meer voor hun eigen portemonnee gingen dan voor hun cliënten en huurders. De liefdeloosheid deed er haar intrede.”
De PvdA werkt daarom aan de begrenzing van topsalarissen: „Dan krijg je andere leidinggevenden, met een andere instelling.”
Na het rapport ”Van waarde” volgde vorig jaar het rapport ”Politiek van waarde” van de commissie-Hamming. Twee elementen springen daar voor Spekman uit. „Het eerste is dat wij PvdA’ers nooit meer zeggen: „Daar ga ik niet over.” Als er onrecht plaatsvindt, dan gá je er over.”
Het tweede punt is dat alle PvdA-volksvertegenwoordigers verplicht geschoold worden in de waarden van de sociaaldemocratie. „Want alleen zo worden die waarden leidend in ons dagelijks handelen.”
Van een bestuurderspartij moet de PvdA weer meer een „werkvloerpartij” worden, vindt Spekman. „Ik wil PvdA’ers vaker tussen de mensen en met mensen zien. Om samen met hen de politieke agenda te bepalen. Zoals we bijvoorbeeld met de Zeeuwse PvdA’er Jan Schuurman Hess de handen ineen hebben geslagen om kleine scholen overeind te houden.”
Brugfunctie
Haar bestaansrecht ontleende de PvdA vanaf de oprichting in 1946 aan de brugfunctie die de partij vervult tussen de arbeiders- en de middenklasse. Oud-PvdA-leider Bos constateerde echter onlangs in de Volkskrant dat het de PvdA „niet meer lukt om keuzes te maken die door hoger- en lageropgeleiden gelijkelijk worden gesteund.”
Deelt u die analyse?
„Daar kijk ik anders tegen aan. Ons doel om mensen weer meer zeggenschap te geven over hun eigen leven, is een punt dat zowel hogeropgeleiden als bescheiden opgeleide mensen delen. Beiden kunnen namelijk gepiepeld worden door hun chef.
Verder delen beide groepen een gevoel van rechtvaardigheid. Ze herkennen zich in de strijd die ons Kamerlid Nijboer voert tegen hedgefunds, die bedrijven opkopen, leegtrekken en vervolgens berooid achterlaten.
Daarnaast vinden mensen uit alle lagen van de bevolking met ons dat politiek niet alleen maar draait om cijfers en getallen. Politiek gaat ook over moraal en ethiek. Ik geloof heel erg in een politiek die weer durft te moraliseren.”
Wat bedoelt u daar mee?
„We moeten het debat durven aangaan over wat er in onze maatschappij gebeurt. Ik vind bijvoorbeeld dat te veel mensen in onze samenleving, vooral aan de top, eisen waar ze recht op hebben. Ze zouden meer moeten uitgaan van wat ze nodig hebben.
Verder zou het wel wat minder mogen met de hijgerigheid in onze samenleving. Mensen moeten weer leren geduldig te zijn, ergens op kunnen wachten.
Ook maak ik me zorgen over pesten via sociale media. Als je de scheldkanonnades op Twitter soms ziet, lijkt dat wel een open riool. Als kortaangebondenheid de norm wordt, dan maken we voor elkaar het leven heel onplezierig. Pesten verpest levens, het maakt mensen heel bitter en verzuurd en zet hen tegen elkaar op. Daarover moeten we met elkaar het gesprek voeren. We vormen immers een samenleving waarin we het met elkaar moeten doen.”
U pleitte onlangs voor „samen één zijn.” Wat verstaat u daaronder?
„Een gedeeld gevoel van solidariteit vind ik heel belangrijk. Besef dat anderen het zwaar kunnen hebben. Laat niemand achter, al was het maar omdat je zelf morgen ook pech kunt krijgen. Liberalen hanteren de tactiek van de verschroeide aarde: zij stellen mensen die niet slagen als afschrikwekkend voorbeeld voor anderen. Daar wil ik niet bij horen.
Als we samen één willen zijn, dan moeten we nieuwe geluiden ook niet meteen veroordelen. Wees je ervan bewust dat er anderen zijn. En creëer ruimte voor mensen die anders zijn.”
Hoeveel ruimte biedt de PvdA nog aan minderheden zoals orthodoxe christenen?
„Het hoort bij de sociaaldemocratie om je open te stellen voor anderen. Wij vinden het belangrijk een samenleving te vormen die rekening houdt met minderheden en om daar respect voor te hebben. Ik geloof niet in de dictatuur van de meerderheid. Al zal de visie van de meerderheid soms wel schuren met die van een minderheid.”
PvdA-Kamerlid Yücel wil mensenrechtenambassadeurs naar reformatorische scholen sturen om de acceptatie van homoseksualiteit daar te bevorderen. Die worden daar niet blij van.
„Ik heb veel vrienden van SGP-huize, dus ik kan me zeker voorstellen dat mensen uit die kring daar zenuwachtig van worden. Maar ik vind het heel belangrijk dat we het gesprek aangaan over een samenleving waarin je ook anders kunt zijn. Daar sta ik voor.
Op scholen moet er op een normale manier over homoseksualiteit gesproken kunnen worden. Ik wil niet oneerbiedig zijn naar de christelijke minderheid, noch haar voor het hoofd stoten, maar dat is in het belang van de homo’s en lesbiennes in die gemeenschap. Zij voelen zich misschien opgesloten, terwijl zij zich ook onderdeel willen voelen van het geheel en zich moeten kunnen ontplooien.
Overigens heb ik ook wel hardheid gezien binnen de SGP-gemeenschap. Een van mijn vrienden werd verliefd op een rooms-katholiek meisje. Zijn moeder zei toen: „Als je met haar verder gaat, ben je mijn kind niet meer.” Dat vond ik heel moeilijk.
Ga het gesprek met elkaar aan, denk ik dan. Probeer je in elkaar te verdiepen. Samenleven heeft twee kanten, ook één die misschien ongemakkelijk voelt voor de gemiddelde SGP’er.”
Mag je in je gezin, op school of als politieke partij blijven zeggen dat de Bijbel de homoseksuele praxis verbiedt?
„Er blijft altijd ruimte voor dat geluid, want ik kom niet bij jou thuis om te kijken hoe jij je kinderen opvoedt.
Het gaat mij er om dat we met z’n allen een samenleving vormen waarin mensen zich openstellen voor anderen. De samenleving dreigt verscheurd te worden; daar maak ik me grote zorgen om. Mensen trekken zich terug in hun eigen culturele groep of opleidingsniveau. Er dreigt een nieuwe verzuiling. Niet op basis van religie, zoals voorheen, maar op basis van opleiding. Hoogopgeleide, kansrijke Nederlanders staan bijvoorbeeld nauwelijks nog in contact met bescheiden opgeleide landgenoten. Juist daarom is het belangrijk om, met respect voor ieders afkomst en achtergrond, een samenleving te creëren waarin mensen voor elkaar openstaan.”
Is de PvdA nog steeds een doorbraakpartij, die mensen met heel diverse achtergronden en inspiratiebronnen wil verenigen rondom de sociaaldemocratische idealen?
„Dat geloof ik wel, ja. Je ziet bijvoorbeeld dat ook mensen van Marokkaanse of Turkse komaf zich bij ons aansluiten. Binnen onze partij delen heel veel mensen, vanuit verschillende achtergronden, hetzelfde mensbeeld. Namelijk dat je onderdeel bent van een samenleving waarin je het samen doet, in plaats van ieder voor zich, zoals bij de liberalen. Dat zo veel verschillende mensen kennelijk bij datzelfde doel uitkomen, maakt mij hoopvol voor de samenleving als geheel.”
Ondertussen vallen de verkiezingsuitslagen voor de PvdA steeds tegen. En de beoogde 100.000 leden hebt u ook nog steeds niet. Frustreert u dat niet?
„Vrijwel alle partijen verliezen leden. Dat gaat me aan het hart. Als we waarde hechten aan de democratie, dan moeten mensen hun rol nemen. Ik roep iedereen ertoe op zich aan te sluiten bij een politieke partij. Om mee te kunnen doen aan de debatten in die partij en zo onderdeel te worden van de maatschappelijke discussies die er spelen.
En wat onze resultaten betreft: de doelen die ons voor ogen staan, zijn geen dingen die je met een toverstokje in korte tijd bereikt. Daar heb je een lange adem voor nodig, vastberadenheid en geduld. Ik ben een kind van deze tijd, en dus lang niet zo geduldig als bijvoorbeeld mijn oma was. Die heeft lang uitgekeken naar het vrouwenkiesrecht. Dat kwam niet meteen, maar daar wachtte ze op. IJzerenheinig. Dus houd ik mezelf voor dat geduld hebben lonend zal zijn.”
De meeste kiezers willen sneller resultaten zien.
„We leven in een superhijgerige samenleving. Alles is gericht op snelle winst. Daarom houd ik anderen steeds voor dat niet opgeven en geduld hebben, werkt. Door aan hen verhalen te vertellen uit mijn eigen leven. Zoals dat van mijn zus Barbara. Zij kreeg kort na de dood van onze vader zware psychische problemen, raakte aan de drugs. Ze heeft het ons verschrikkelijk moeilijk gemaakt. Maar mijn moeder heeft haar nooit losgelaten. Ze bouwde geen muur tussen ons en Barbara in, maar ze hield het lijntje open. Uiteindelijk, en dat heeft heel lang geduurd, is Barbara weer een beetje Barbara geworden, mijn zus. Volhouden loont.”
Dit is het tweede deel in een serie interviews met partijvoorzitters over de politiek, de kiezer en over hun partij.
Feiten en cijfers
De PvdA is in 1946 opgericht als voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). Bij de oprichting waren progressieve protestanten en rooms-katholieken betrokken, die vonden dat geloof niet langer bepalend moest zijn voor de politieke keuze. Ze wilden de scheidslijnen tussen de verschillende zuilen doorbreken door zich aan te sluiten bij sociaaldemocraten en vrijzinnig-democraten in één progressieve partij.
Die doorbraakpoging leidde niet meteen tot electorale successen. Pas in 1959, toen de ontzuiling en de secularisering op gang kwamen, groeide de PvdA naar meer dan 40 zetels. De enorme verkiezingswinst in dat jaar (van 34 naar 48 zetels) had de partij ook te danken aan de immense populariteit van PvdA-premier Drees. Haar hoogtepunt bereikte de partij in 1977 met 53 zetels, na het befaamde kabinet onder leiding van PvdA’er Den Uyl.
Na Drees en Den Uyl werd Kok in 1994 de derde PvdA-premier. Hij leidde de twee zogeheten paarse kabinetten.
De PvdA maakte regelmatig deel uit van de regeringscoalitie en vormt nu een kabinet met de VVD.
In de Eerste Kamer heeft de PvdA 8 zetels, in de Provinciale Staten 63, in het Europees Parlement 3 en in de gemeenteraden 799.
Politiek leider is Samsom, tevens fractievoorzitter in de Tweede Kamer.