Fietsverkopen blijven licht dalen
De verkoop van nieuwe fietsen daalt gestaag in Nederland. De teller bleef vorig jaar steken op ruim 1,2 miljoen stuks, 3 procent minder dan in 2002. In het jaar 2000 verkocht de handel nog 1,5 miljoen nieuwe rijwielen. De fietsbranche is desondanks tevreden. De omzet bleef vorig jaar namelijk nagenoeg op peil.
De Stichting Fiets maakte deze cijfers maandag bekend tijdens FietsVAK 2004 in de Amsterdamse RAI. Deze beurs voor de vakhandel is in de plaats gekomen van de traditionele FietsRAI, die vanwege het vertrek van de Op Pad-beurs naar Utrecht dit jaar niet doorgaat.
Volgens de voorzitter van het tentoonstellingscomité, R. Takens, is de fietsmarkt „relatief ongevoelig voor economische tegenwind.” Dat leidt hij af uit het aantal verkochte fietsen in het luxere segment. „Veel mensen willen een kwaliteitsfiets.” In het hogere segment kostte een fiets vorig jaar gemiddeld 1340 euro.
Toch gaat het hierbij om slechts eentiende van de verkopen. De gemiddelde prijs van een fiets op de totale markt kwam vorig jaar uit op 596 euro, evenveel als in 2002. De vraag naar goedkopere fietsen -tot 300 euro- neemt duidelijk toe. „We praten inmiddels over eenderde van de verkopen.” Een jaar eerder was dat nog 12 procent.
Behalve ruim 1,2 miljoen nieuwe fietsen werden ongeveer een half miljoen tweedehands rijwielen aangeschaft. In vergelijking met 2002 is hier sprake van een daling van 18 procent.
De toer- of stadsfiets is met een aandeel in de verkopen van 51 procent verreweg het populairste model, gevolgd door de hybride (sportieve) fiets met een aandeel van 21 procent. Er gingen minder nieuwe kinderfietsen de deur uit (min 4 procent), maar dat werd in het tweedehands circuit ruimschoots gecompenseerd (plus 8 procent).
De Stichting Fiets, waarin de brancheorganisaties RAI, BOVAG en NCBMR zijn vertegenwoordigd, maakt zich zorgen over „de kleine fietsenmaker. Die heeft het moeilijk”, aldus Takens. Nederland telt nu nog 2300 verkooppunten. De gemiddelde leeftijd van de fietsenmakers -57 jaar-, gecombineerd met mindere vooruitzichten voor de kleinere winkels, kan binnen enkele jaren een forse aanslag op dit bestand veroorzaken. Takens: „Een daling naar 1750 fietsenwinkels sluit ik niet uit.”
De Stichting Fiets roept de overheid op het fietsen meer te stimuleren. Dat kan fiscaal, maar ook door het verder verbeteren van het fietspadennet. Dagelijks nemen 1,2 miljoen mensen de fiets voor hun woon-werkverkeer. Dat aantal kan fors omhoog, meent Takens. „Er zijn jaarlijks 3 miljard autoritten met een afstand van minder dan 7,5 kilometer. Daarvan kan de fietser er heel wat overnemen.”
De titel ”Fiets van het Jaar” ging maandag naar de Sparta ION Comfort, een rijwiel met elektrische trapbekrachtiging. De accu en het motortje van de fiets vallen nauwelijks op, zodat de vergelijking met een brommer, scooter of snorfiets niet meer opgaat. Volgens het juryrapport voelt de trapondersteuning van de Sparta ION „uitzonderlijk plezierig en natuurlijk aan. Daardoor lijkt het alsof de berijder altijd met wind in de rug fietst.”
Sparta greep vorig jaar naast de titel. De prijs ging toen naar een fiets uit de stal van het Amerikaanse Trek. Die keuze deed veel stof opwaaien in de branche, omdat de ION en ook de comfortfietsen van Giant en Gazelle in de ogen van kenners veel beter scoorden op het gebied van vernieuwing. Eervolle vermeldingen waren er maandag voor een damesfiets van Batavus (Centennial Sports), een mountainbike van Giant (NRS Composite-2) en een racefiets van Koga Miyata (Full Pro Carbolite).