VUmc: Eiwitmeting spoort alzheimer op
AMSTERDAM. Het is straks mogelijk om met een prik te achterhalen of iemand de ziekte van Alzheimer zal krijgen. Wetenschappers van het VUmc hebben een relatie gevonden tussen het eiwit neurogranine in hersenvocht en de mate waarin zich vroege stadia van alzheimer ontwikkelen.
Dat blijkt uit het onderzoek van arts-onderzoeker Maartje Kester van VUmc. Zij heeft haar resultaten zondag gepresenteerd tijdens de Internationale Alzheimer’s Association Conferentie 2015 in Washington DC.
„Mijn collega’s en ik hebben gevonden dat neurogranine mogelijk kan helpen bij het diagnosticeren, voorspellen en monitoren van de ziekte van Alzheimer”, zegt Kester.
Wanneer de ziekte van Alzheimer in een vroegtijdig stadium kan worden gesignaleerd kunnen patiënten en hun omgeving zich beter voorbereiden op de mentale aftakeling die de ziekte met zich meebrengt.
Door het verloop van het gehalte van het eiwit neurogranine in het hersenvocht te volgen, hopen de onderzoekers de ziekte beter te begrijpen. Het eiwit is waarschijnlijk betrokken bij de communicatie tussen zenuwcellen in de hersenen.
Het gehalte neurogranine in het hersenvocht is bij patiënten met alzheimer hoger dan bij mensen zonder deze aandoening. Patiënten met een hoger neurograninewaarde die nog geen alzheimer hebben ontwikkeld lopen een hogere kans de ziekte later alsnog te krijgen.
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. In Nederland lijden er ongeveer 250.000 mensen aan.