Meer privacy in noodopvang asielzoekers Zwolle
ZWOLLE. Voor de tweede keer zijn de IJsselhallen in Zwolle ingericht als noodopvang voor asielzoekers. Met méér aandacht voor de privacy van de 400 mannen die hier terechtkomen. „We kunnen hun nu zelfs een gordijntje aanbieden.”
Twee medewerkers van een beveiligingsbedrijf zitten deze woensdagmiddag in uniform achter hun bureau. Door het raam houden ze nauwlettend in de gaten wie het terrein van de IJsselhallen betreden. Binnen wordt nog de laatste hand gelegd aan de opvangplek voor 400 mannen. De eersten, afkomstig uit Syrië en Eritrea, arriveren enkele uren later.
Eind september werden de IJsselhallen ook ingericht voor tijdelijke noodopvang. Binnen 48 uur werden er 200 stapelbedden geplaatst, rij aan rij opgesteld in één grote hal, de Diezehal. Ditmaal heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) meer tijd om de plek gereed te maken. Na een krappe week is de ruimte zo goed als klaar.
Het grootste verschil met de vorige keer is dat de mannen nu meer privacy hebben, zegt een medewerker van het COA. „Doordat we meer tijd hadden, konden we beter kijken hoe we de hal het beste konden indelen.”
Woordvoerder Gerrie van den Berg loopt een gangpad in en schuift een bruin gordijn opzij. Daarachter bevindt zich een slaapunit met vier stapelbedden en acht kasten. „Door een andere indeling hebben de mensen meer privacy. We kunnen hun nu zelfs een gordijntje aanbieden.”
Discriminatie
Eind vorig jaar deden verhalen de ronde over christelijke asielzoekers die zich in de IJsselhallen gediscrimineerd voelden tussen grote groepen moslims. Directeur Mostert van stichting Gave zei vorige week nog in deze krant dat locaties zoals de IJsselhallen vanwege de massaliteit „zeer risicovolle” plekken zijn voor discriminatie van minderheden.
Van den Berg beantwoordt de vraag hoe het COA dit soort problemen probeert te voorkomen, in algemene termen. „We hebben hier geen gebedsruimtes. Mensen mogen altijd naar kerken en moskeeën in Zwolle gaan, als ze dat willen. Gemeenschappelijke ruimtes in de opvang mogen niet worden gebruikt door één groep.”
Op de vraag of christenen bij elkaar worden geplaatst in één slaapunit, zegt ze: „De afdeling plaatsing kijkt heel goed wie er worden samengebracht op welke locatie. We hebben nu nog geen gegevens over de samenstelling van de groep.” Over het samenleven van christenen en moslims op één opvangplek: „Meestal gaat het goed.”
Keel- en oorpijn
Achter in de Diezehal is praktijkassistente Ingrid Boelens bezig het gezondheidscentrum in te richten. In deze unit kunnen asielzoekers straks elke dag terecht tijdens een medisch spreekuur. Het is de vijfde locatie voor asielzoekers waar Boelens aan de slag gaat, en ze kent inmiddels het klappen van de zweep. Vaak kan ze in het Engels met vluchtelingen communiceren en anders schakelt ze hulp in via een tolkentelefoon.
„Syrische mannen komen vaak met klachten over keelpijn, hoofdpijn en oorpijn. In Syrië zijn ze gewend snel naar een arts te gaan. Ik moet wel eens uitleggen dat ze hier niet na één dag antibiotica krijgen. Eigenlijk heb ik nog nooit problemen gehad. De mensen zijn vaak dankbaar dat je hen helpt. Het eerste Arabische woord dat ik heb geleerd, is sjoekran: dankuwel.”
Ook het uitgifteloket voor de maaltijden is gereed. Straks zitten de mannen met z’n tienen aan een tafel te eten. Wie televisie wil kijken, kan plaatsnemen in een van de leren banken die rond het toestel zijn gegroepeerd.
De douche- en toiletcabines staan buiten. Er is een grote tent overheen gezet. Het sanitair is in allerijl door de IJsselhallen geregeld. Op alle toiletdeuren staat een damessymbool. „Daar morgen de mannen gewoon in”, zegt COA-medewerker Van den Berg lachend.
Gezinshereniging
Met de noodopvang in de IJsselhallen en –vanaf volgende– de Zeelandhallen in Goes heeft het COA 800 extra bedden beschikbaar. Dat is hard nodig, aldus Van den Berg. „Er stromen wekelijks 1200 mensen de opvang in en er stromen 600 uit.” De zoektocht naar andere locaties gaat daarom onverminderd door.
Ook VluchtelingenWerk is present in de IJsselhallen. „Het is hier geen ideale situatie, maar op het gebied van privacy is dit een duidelijke verbetering ten opzichte van vorig jaar”, zegt woordvoerder Martijn van der Linden. „We zijn druk bezig ons kantoortje in te richten en hopen hier zo snel mogelijk elke dag twee tot drie uur open te zijn. Mensen kunnen bij ons terecht met vragen over hun asielprocedure of bijvoorbeeld gezinshereniging.”
VluchtelingenWerk benadrukt dat het gebrek aan opvangcapaciteit vooral komt doordat asielzoekers die een verblijfsvergunning krijgen, lang moeten wachten op woonruimte. „De helft van de mensen in de azc’s heeft een status en hoort daar dus niet meer thuis. Als al die mensen woonruimte krijgen, kan de helft van de azc’s worden gesloten en zijn er helemaal geen IJsselhallen en Zeelandhallen meer nodig.”