Hogere pensioenpremies door ingreep DNB
AMSTERDAM (ANP). De pensioenfondsen in Nederland komen er financieel een stuk slechter voor te staan omdat De Nederlandsche Bank (DNB) dinsdag een deel van de rekenrente heeft aangepast. Hierdoor kunnen veel mensen te maken krijgen met een hogere pensioenpremie, waarschuwde de toezichthouder.
De ingreep is nodig vanwege de lage rentestand in Europa. De rente waar pensioenfondsen mee rekenen, begon te ver af te wijken van de ‘echte’ rente.
Volgens DNB stijgt de kostendekkende pensioenpremie door de nieuwe rekenmethode gemiddeld met 4 tot 5 procent. In hoeverre fondsen dit zullen moeten doorrekenen in hun feitelijke premie, hangt af van de keuzes die ze maken. Dat blijkt pas later dit jaar.
Naar verwachting leidt de bijstelling er niet toe dat fondsen daardoor opeens aanvullende kortingen moeten gaan doorvoeren.
Fondsen gebruiken de rekenrente om de waarde hun toekomstige verplichtingen te berekenen. De verandering betreft de zogeheten ‘ultimate forward rate’ (UFR). Deze stond vast op 4,2 procent, maar moet voortaan worden berekend op basis van marktverwachtingen uit de afgelopen tien jaar.
De UFR zakt hierdoor met ingang van woensdag naar 3,3 procent. DNB schat dat de dekkingsgraad van de fondsen als gevolg hiervan met circa 3 procentpunt omlaag gaat. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre fondsen aan hun verplichtingen kunnen voldoen.
De ingreep van DNB komt voort uit een eerder advies van de commissie UFR, die onderzoek deed in opdracht van de staatssecretaris van Sociale Zaken. De commissie kwam met een aantal voorstellen om pensioenfondsen beter te beschermen tegen schokken op de financiële markten.
Eigenlijk zou de berekeningsmethode van de UFR begin dit jaar al worden aangepast. Maar er werd besloten om te wachten op de vaststelling van de nieuwe Europese regels voor verzekeraars. Zo kon worden onderzocht of er nog aanleiding was om de rekenmethode hierop aan te passen. Daar bleek uiteindelijk geen reden toe.