Zingen in de Zomer op Urk werkt aanstekelijk
URK. Het is bekend onder zangliefhebbers: het evangelisatie-evenement Zingen in de Zomer in Urk. Elke werkdag is er een inloopbijeenkomst met solozang, declamatie en orgelspel in het hervormde Kerkje aan de Zee. Op de woensdagavonden stroomt de gereformeerde Bethelkerk vol mensen die de massale koor- en samenzang bij willen wonen. Acht weken lang. Woensdag ging de veertigste Zingen in de Zomer van start.
Zingen in de Zomer in Urk is een begrip in christelijk Nederland. Het evangelisatiewerk werd in 1976 opgezet voor de vele dagjesmensen en watersporters die in de vakantieweken Urk aandoen, maar tegenwoordig komen de bezoekers er van heinde en ver voor naar het voormalige eiland. Dat is zeker op de woensdagen het geval.
De bijeenkomst in het Kerkje aan de Zee, tussen twee en drie uur, trekt vaak zo’n honderd mensen. Maar op de woensdagen puilde het historische kerkje vorig jaar geregeld uit met wel 200 bezoekers. „Daarom gaan we dit jaar op woensdagmiddag alvast naar de Bethelkerk, die een paar honderd meter verderop staat”, vertelt Jan de Boer (41), voorzitter van Zingen in de Zomer. „Aansluitend is het Kerkje aan de Zee van drie tot vier open voor mensen die er even binnen willen kijken, terwijl er van vier tot vijf een inlooporgelconcert is in de Bethelkerk.”
Hoogtepunten van Zingen in de Zomer zijn de woensdagavonden. Dan is er in de Bethelkerk een zangavond met een van de Urker koren en een bekende organist die de samenzang begeleidt op het pas gerestaureerde Meere-orgel. Woensdag trad het Christelijk Mannenkoor Eiland Urk op, met organist Hendrik van Veen en Gerwin van der Plaats achter de vleugel. Ds. J. P. van Ark, programmamanager missionair werk van de Protestantse Kerk in Nederland, verzorgde de meditatie.
Tranen
Zingen in de Zomer ging veertig jaar geleden van start op initiatief van Evert de Boer (1915-1984), de grootvader van Jan. Hij stoorde zich eraan dat de kerkdeuren behalve op zondag elke dag dicht waren. „De kerk moet open, want ook toeristen moeten naar binnen kunnen, vond hij”, vertelt Jan de Boer. „Hij wilde mensen meer bieden dan een lege kerk. Zo ontstond Zingen in de Zomer. Mensen kennen Urk van de vuurtoren, vis of tegenwoordig van de windmolens. Maar er is zo veel meer. We willen bezoekers ook iets van het Evangelie meegeven. Vorig jaar sprak ik een bezoeker die tranen in zijn ogen had. Hij zei: Ik heb al 25 jaar niet gehuild. Er komen hier mensen die al lange tijd niets meer met het geloof hebben, en toch geraakt worden.”
Vorig jaar was een spannend jaar, zegt Jan de Boer. Zijn vader Klaas de Boer had van 1976 tot en met 2013 de leiding over de organisatie en was een belangrijke motor en inspirator. In januari vorig jaar overleed hij plotseling aan een hartinfarct. „Zingen in de Zomer was zijn lust en zijn leven. Hij genoot van de bezoekers en de bezoekers genoten van zijn creativiteit en zijn pakkende beelden. Het was echt een gemis toen hij wegviel.”
De betrokkenheid was groot. Er kwamen vorig jaar nóg meer bezoekers. „De Bethelkerk zat acht keer vol – ruim duizend bezoekers per avond. Twee keer hebben we een videoverbinding gelegd met het Kerkje aan de Zee, en ook daar mensen heen gestuurd. Je kunt tegen mensen die uit Drachten komen niet zeggen: Het is vol.”
Dagje Urk
Dit jaar zijn de Bethelkerk en het Kerkje aan de Zee via een vaste videoverbinding met elkaar verbonden, zodat er plaats is voor iedereen die wil meezingen. Want de organisatie verwacht opnieuw veel bezoekers. Mensen komen van heinde en ver, weet De Boer. „Uit Leeuwarden, Assen, Groningen; ze rijden er rustig ruim een uur voor. Er komen zelfs bezoekers uit Zeeland. Mensen maken er vaak een dagje Urk van.”
Het geheim van Zingen in de Zomer? „De bezoekers genieten van de ontmoetingen. Er gaat iets uit van de samenzang, de goede koren, de mooie kerk, het orgel. Het is meer dan een avondje of middagje zingen. Mensen worden bemoedigd, getroost of geënthousiasmeerd tijdens de diensten. Het werkt als een olievlek: mensen nemen vervolgens vrienden, familie of buren mee.”
Aan het concept is in al die veertig jaar niet zo veel veranderd, aldus De Boer. „Ik heb wat bandopnames van de eerste jaren teruggeluisterd. Vroeger was het allemaal wat statiger, gedragener en nu wat luchtiger en vrolijker. Het gaat tenslotte om de blijde boodschap. Je ziet steeds meer mensen afscheid nemen van het geloof. Dat is jammer, want er is zo veel vreugde en enthousiasme te vinden in het geloof. Dat willen we meegeven.”