Commentaar: Bezinning nodig op verantwoord omgaan met orgaandonatie
Gemeenten met een hoog aandeel trouwe kerkgangers hebben vaak relatief weinig inwoners die zich hebben laten registreren als orgaandonor, zo meldde deze krant op grond van door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerde cijfers. Volgens het CBS stond 40 procent van de Nederlanders van twaalf jaar en ouder op 1 januari 2014 ingeschreven in het donorregister. Iets minder dan 25 procent geeft toestemming voor het gebruik van zijn of haar organen of weefsels na het overlijden. Een klein deel laat de beslissing hierover aan nabestaanden over. Elf procent geeft expliciet geen toestemming.
Opvallend is het dat de registratie in het orgaandonorregister achterblijft in de grote steden én bij inwoners van gemeenten met relatief veel kerkgangers. Zo is het registratiepercentage voor orgaandonatie het laagst in Urk (22,6 procent), gevolgd door Staphorst (26,1) en Den Haag (30,3). De minste toestemming voor orgaandonatie wordt gegeven door inwoners van Urk (8,4 procent), Staphorst (12,0) en Neder-Betuwe (13,6).
De conclusie lijkt voor de hand te liggen: christelijke mensen hebben eigenlijk weinig over voor een ander. En er waren nogal wat media die die conclusie bijna gretig aan hun lezers en kijkers voorhielden.
In een gisteren op de website van deze krant gehouden enquête, die door ruim 800 mensen werd ingevuld, is 34 procent van de bezoekers het eens met de stelling dat weinig donorregistraties geen reclame zijn voor kerkgangers. Met die stelling is 66 procent het oneens. Nu is ook zo’n peiling een wankel fundament voor het trekken van verstrekkende conclusies. Mensen kunnen zich schamen en daarom maar snel aanvinken dat donorregistratie niets zegt over de inhoud van het christen-zijn. Maar het kan ook zijn dat er wel degelijk zwaarwegende bezwaren zijn die mensen ervan weerhouden zich als donor te registreren. Want geef je met het afstaan van een orgaan ook iets van je persoonlijkheid weg? En aan wie geef je dat dan?
In protestants-christelijke kring is amper discussie over het toedienen van bloedtransfusies. Jehova’s Getuigen zijn hier echter streng op tegen. Zij doen dit op grond van Bijbelteksten die zeggen dat het bloed de levenskracht van een levend wezen is.
Over het onderwerp van de orgaandonaties zijn lange discussies te voeren. Discussies die gemakkelijk zijn zolang ze theoretisch blijven. Heel anders wordt het als je zelf, bijvoorbeeld, een nier nodig hebt, of een van je familieleden op een orgaan wacht.
Hoewel in de Bijbel niet concreet over dit onderwerp wordt gesproken, is het wel duidelijk dat het afstaan van een orgaan nooit mag leiden tot de dood van de donor. Het leven wordt immers gegeven en genomen door God. Het blijft echter zeker ook voor christenen zaak om zich niet gemakzuchtig van dit soort vragen af te maken. We kunnen soms diepgaand, en niet zelden terecht, discussiëren over een theologische kwestie. Maar de opinievorming over dit ethische vraagstuk is eigenlijk nog maar pas begonnen. Het is geen schande als het CBS ons, wat dit onderwerp betreft, aanzet tot (Bijbel)studie.