Volgens de beleidsmakers moeten er aantoonbaar meer bewijzen zijn dat de economie aantrekt alvorens de rentetarieven omhoog kunnen. Het belangrijkste rentetarief in de VS staat sinds eind 2008 op het historisch lage niveau van 0 tot 0,25 procent en bleef ook na de laatste beleidsvergadering halverwege juni onveranderd.

Uit de notulen bleek wel dat er positivisme heerst over de ontwikkeling van de Amerikaanse economie, waaronder de ontwikkelingen met betrekking tot de consumentenbestedingen, huizenmarkt en loonstijgingen. Mochten de positieve cijfers een consistent vervolg krijgen, dan valt een renteverhoging te rechtvaardigen, zo luidde het oordeel van vrijwel alle beleidsmakers.

De stabilisatie van de olieprijs en de dollar helpt bij het verminderen van de „neerwaartse druk” op de inflatie, zo valt verder op te maken uit de notulen.

Eigenlijk voorzagen de beleidsmakers twee renteverhogingen dit jaar. De beleidsvergadering in juni vond echter plaats voor de ineenstorting van de beurzen in China. Ook werd er halverwege juni nog enigszins vanuit gegaan dat de Grieken en de andere landen binnen de eurogroep tot een vergelijk zouden komen.