Commentaar: Royaal gebaar Bussemaker positief én tactisch
Minister Bussemaker van Onderwijs houdt woord. Ze heeft steeds gezegd dat ze het geld dat ze verdient met de invoering van het leenstelsel zal besteden aan de verbetering van het hoger onderwijs. Dinsdag maakte de bewindsvrouw bekend dat hogescholen en universiteiten er 4000 docenten bij krijgen, veel meer dan het verwachte aantal.
Bussemaker maakt met haar toezegging, onderdeel van de strategische agenda voor de toekomst van het hoger onderwijs, een royaal gebaar naar hogescholen, universiteiten en, niet het minst belangrijk, naar studenten. Dat is positief én tactisch. Tijdens de discussie over de invoering van het leenstelsel, afgelopen jaren, leek de minister soms doof voor de kritiek op de nieuwe studiefinanciering. Het vertrouwen in haar als vakminister liep een deuk op. De belofte van 4000 nieuwe docenten –2500 op hogescholen, 1500 op universiteiten– zou het begin van een kentering kunnen zijn.
Toch liggen er belangrijke vragen. De invoering van het leenstelsel, na de zomervakantie, betekent dat studenten geen gratis beurs meer krijgen, maar al het geld voor hun studie moeten gaan lenen. Daarmee bespaart Bussemaker honderden miljoenen euro’s, die ze gaat investeren in de kwaliteit van het hoger onderwijs. De studenten betalen dus zelf mee aan de verbetering ervan. Wordt dat een nieuwe trend in het onderwijs? En hoe garandeert de bewindsvrouw dat de studenten waar voor hun geld krijgen? Het zou een misser zijn als de studenten wel moeten offeren, maar weinig of niets gaan merken van verbeteringen.
Dat risico is niet denkbeeldig. Ook met het basis- en voortgezet onderwijs zijn enkele jaren geleden afspraken gemaakt over de inzet van een groot aantal extra docenten: 3000. Recent werd bekend dat scholen het geld dat ze hiervoor kregen gedeeltelijk hebben gebruikt voor andere doelen. Hoe voorkomt Bussemaker dat het straks op dezelfde manier gaat op hogescholen en universiteiten? Zo’n belofte van 4000 extra docenten vraagt om duidelijke spelregels voor de besteding van het geld én de verantwoording ervan. Zijn die regels er?
De hogescholen en universiteiten zijn overwegend positief over de strategische agenda van Bussemaker, maar de universiteiten hebben wel een pijnpunt. Ze krijgen er 236 miljoen bij, maar hadden eerder 1 miljard voorgespiegeld gekregen. Daar gaapt een flink gat. Universiteiten zullen ook in de toekomst scherpe keuzes moeten blijven maken. Daarbij is het belangrijk dat de huidige prestatieafspraken zo snel mogelijk grondig worden geëvalueerd, voordat de minister met de door haar aangekondigde nieuwe afspraken komt.
Een belangrijk doel van de extra investeringen in het hoger onderwijs is het terugdringen van de uitval onder eerstejaarsstudenten; 40 procent in het hbo en 26 procent in het wo stopt na één jaar met de gekozen studie. Die percentages zijn al jaren veel te hoog, daar is iedereen het over eens. Dat verplicht om het geld dat vrijkomt door de invoering van het leenstelsel, goed te besteden. Er zijn bij studenten verwachtingen gewekt die waargemaakt moeten worden.