Koenders moet niet met lege handen naar Srebrenica
Laat minister Koenders zaterdag in Srebrenica een eerste stap zetten om buiten de rechtszaal met de nabestaanden van Srebrenica tot een vergelijk te komen, bepleit Dion van den Berg.
Minister Koenders van Buitenlandse Zaken neemt zaterdag deel aan de twintigste herdenking van de val van Srebrenica, zo maakte het ministerie gisteren bekend. Ook zal de minister een ontmoeting hebben met de nabestaanden van Srebrenica.
Het is alweer tien jaar geleden dat een minister van Buitenlandse Zaken, toentertijd Ben Bot, in Bosnië sprak met de nabestaanden. Er is sindsdien veel gebeurd. Mladic en Karadzic zijn gearresteerd en worden door het Joegoslaviëtribunaal berecht. Vele Dutchbatters hebben de afgelopen tien jaar Srebrenica opnieuw bezocht. Dat heeft geleid tot pijnlijke, maar vaak ook nuttige en verhelderende gesprekken met nabestaanden. Met geld van de Nederlandse ambassade leveren Herinneringscentrum Kamp Westerbork en PAX een bijdrage aan de ontwikkeling van het herinneringscentrum dat in de voormalige Dutchbatcompound is opgezet.
Maar bovendien: anders dan de regering vanaf 1995 heeft betoogd is Nederland wel degelijk verantwoordelijk voor de dood van een aantal mannen. Anderhalf jaar terug immers oordeelde de Hoge Raad dat de Staat der Nederlanden verantwoordelijk is voor de dood van drie mannen; zij hadden niet door Dutchbat van de compound mogen worden weggestuurd.
Ere wie ere toekomt: defensieminister Hennis voerde een jaar geleden een goed en lang gesprek met hun nabestaanden. Zij bood in dat gesprek excuses aan.
Enkele weken geleden is er overeenstemming bereikt over de hoogte van de compensatie: enkele tienduizenden euro’s per nabestaande. In het persbericht van Defensie wordt verwezen naar de excuses van de minister, maar de tekst zelf stelt slechts dat de staat het „betreurt” dat de drie mannen van de compound „hebben moeten vertrekken.” Alsof de excuses wel in een privégesprek geformuleerd mogen worden maar uiteindelijk toch niet het daglicht kunnen verdragen.
Er loopt nog een andere rechtszaak namens enkele duizenden nabestaanden. De rechtbank in Den Haag oordeelde in juli 2014 dat Nederland verantwoordelijk is voor de dood van 300 mannen. Zowel de klagers alsook de staat gingen in beroep. Als er geen schikking buiten de rechtszaal mogelijk is, zal die zaak waarschijnlijk ook tot en met de Hoge Raad worden uitgevochten. Dan hebben we de vijfentwintigste herdenking van Srebrenica al wel achter de rug.
Zulke slepende juridische processen zijn voor de nabestaanden telkens weer erg pijnlijk. Bovendien laten ze Nederland op z’n smalst zien, als de landsadvocaten zich weer oefenen in ontkenning en het wijzen naar anderen. Er is een alternatief. Wij roepen de minister en de politiek ertoe op om te proberen alsnog buiten de rechtszaal tot overeenstemming te komen.
Het gesprek dat Koenders heeft met de nabestaanden moet dan het eerste zijn in een reeks gesprekken waaraan ook het parlement moet deelnemen. Vervolgens gaat het dan om drie stappen. Ten eerste moet Nederland op hoofdlijnen de feiten rond de val en genocide van Srebrenica benoemen en erkennen, inclusief de door Nederlandse politici en militairen gemaakte fouten. Daarop volgt het formuleren van excuses voor het niet-adequaat beschermen van de mensen.
De derde stap bestaat dan uit herstelbetalingen. Afgaande op hetgeen recent met enkele nabestaanden is overeengekomen, zal dat heus niet het failliet van de Nederlandse staat betekenen. Financiële argumenten mogen ook niet in de plaats komen van een fatsoenlijke politiek-ethische afhandeling van deze gitzwarte bladzijde uit onze vaderlandse geschiedenis.
Natuurlijk, het steekt Nederlandse politici dat de VN en VN-lidstaten zoals de VS, Frankrijk en Engeland die Dutchbat niet te hulp schoten, buiten beeld blijven. Ik begrijp dat Haagse ongemak en stel voor dat Nederland het initiatief neemt voor een (internationaal) Trust Fund of een Claims Commission voor Srebrenica. De internationale gemeenschap zou hiermee vorm kunnen geven aan het besef van het internationale falen in Srebrenica.
Zo’n koerswijziging vraagt leiderschap van Nederland, erkenning van de eigen fouten en… moed! Koenders’ gesprek met de nabestaanden kan een kantelpunt vormen. Hij kan, voortbouwend op het begin gemaakt door zijn collega Hennis, de heilloze weg van ontkenning en afschuiven verleggen en het zicht openen op een proces van dialoog en herstel van relaties. Het is er hoog tijd voor, twintig jaar na dato!
De auteur is voor PAX al meer dan 25 jaar werkzaam op de Balkan.