Nederlands stel klaagt Marokkaanse agenten aan
RIDDERKERK. Een Nederlands echtpaar dat tot afgelopen voorjaar in Marokko woonde, klaagt de Marokkaanse autoriteiten aan vanwege mishandeling. Tijdens een oplopend conflict over een woning braken politieagenten onder meer een rib van de man.
Nico en Ester den Boer doen hun verhaal in hun woonplaats Ridderkerk op de bank bij vrienden. De twee hebben sinds hun overhaaste vertrek uit Marokko, begin april, nog altijd geen woonruimte weten te vinden. Slapen doen ze bij de moeder van Nico.
Woonruimte was ook de inzet van een conflict in Marokko. Het paar woonde daar ruim een jaar om enkele boeken te schrijven en een sabattical te houden. Voor die tijd woonden ze in Tsjechië, waar Nico actief was voor zijn eigen bedrijf dat onder meer software ontwikkelt.
Ze kwamen in februari 2014 aan in Marokko en vestigde zich in Essaouria, een stad aan de westkust. Na enkele maanden ontstond er een conflict met de verhuurder van het pand waar Nico en Ester woonden. Volgens het paar eiste de verhuurder tegen de gemaakte afspraken in extra geld, wat Nico typeert als een poging tot afpersing.
Vanaf dat moment ontstond er „een intensieve campagne van agressieve intimidatie”, zoals hij het omschrijft. Volgens hem had dit nauwelijks nog met het huurconflict te maken, maar eerder met hun persoonlijke opstelling: de twee weigerden, mede op grond van hun christelijke levensovertuiging, tot elke prijs te buigen voor corruptie of ervaren onrecht.
Uitgebreid logboek
Nico hield alle gebeurtenissen nauwkeurig bij en legde zo een uitgebreid logboek aan over wat hen overkwam. Het komt erop neer dat de verhuurder, aldus Nico en zijn vrouw, op allerlei manieren en gedurende langere tijd hulp kreeg van „corrupte overheidsdienaren.”
De bom barstte op 2 april van dit jaar. Het echtpaar werd door agenten hardhandig het huis uitgezet. Terwijl een agent Ester vasthield, kwamen anderen op Nico af.
„Ik werd door twaalf agenten aangevallen”, zegt die. „Ik werd op de grond gegooid, terwijl een van de agenten met zijn laars mijn gezicht over de grond wreef. In die hectiek heb ik een rib gebroken; de zevende rechts. Dat is terug in Nederland vastgesteld in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht.”
Nico werd meegenomen naar een politiebureau, waar hij naar eigen zeggen gemarteld werd. „Ik was geboeid, maar een agent tegen wie ik niet lang daarvoor een klacht wegens corruptie had ingediend, verwisselde de handboeien. Daarbij deed hij ze zo strak mogelijk om mijn pols. Ik voelde een ader openspringen. Mijn zenuwen werden beschadigd; ik had plotseling geen gevoel meer in mijn hand. Later is dat teruggekeerd, maar ik heb er nog altijd last van. Regelmatig voel ik over mijn hele onderarm tintelingen en pijnscheuten. Binnenkort heb ik hiervoor in het ziekenhuis weer een neurologisch onderzoek.”
Met hulp van de Nederlandse consul-generaal in Casablanca kon het paar bijna twee weken later het land verlaten, maar bezittingen heeft het nauwelijks meer.
IJzeren vuist
De gebeurtenissen hebben beiden echter alleen maar strijdlustiger gemaakt. Ze zijn bezig met het opstellen van een aanklacht, waarbij beiden ook de koning van Marokko willen aanschrijven. „Alleen hij kan ervoor zorgen dat de daders met ijzeren vuist gestraft worden”, zegt Nico. Met minder nemen ze geen genoegen. „Ons recht is met voeten getreden. Wie denkt dat we het hierbij laten zitten, kent ons nog niet.”