Ds. J. Bos: Het visnet moet uitgeworpen blijven worden
ESPEL. „Het getal van de uitverkorenen is nog niet vol en dus moeten het visnet nog steeds uitgeworpen worden.” Ds. J. Bos mag dan met emeritaat zijn, zijn visnet ligt niet ergens op de oever. „Ik mag blijven preken. Het werk is niet af, is niet klaar.”
Urk. Daar werd Jacob Bos op 24 juni 1948 geboren. Op een hoek van de Urker haven stond de slagerij van zijn vader, die hij later zou overnemen. „We hoorden bij de gereformeerde kerk, maar we deden er weinig aan. De eerste tien jaar van ons huwelijk gingen we sporadisch naar de kerk. We leefden zoals de wereld leeft.”
Via een vriend kwam Bos terecht op een Bijbelstudiekring. Veel later greep een preek van ds. J. Westerink in de christelijke gereformeerde kerk De Schuilplaats hem aan. „De preek ging over de Samaritaanse vrouw: „Komt, ziet een Mens Die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb; is deze niet de Christus?” Dat ging dwars door me heen. Daar viel de slag naar binnen. Dat is van de Heere geschied, want we zochten dat zelf niet. Vroeger zeiden ze: „Die man is krachtdadig tot God bekeerd.” En zo was het, hoewel ik zoiets liever over een ander lees dan het van mezelf te zeggen. Ik had alles gedaan wat God verboden heeft. Toen ging het gerucht door Urk: „Ai j ’t al ’e ’oord? Jakob Bos is ok bekeerd!” Mijn zusters zeiden: „Het zal ons benieuwen hoe lang dat duurt.” Maar de Heere is getrouw geweest, tot op deze dag.”
Als ds. Bos erop terugkijkt, vindt hij het bij ogenblikken nog een wonder. „Een zondaar komt er, als het Gods werk is, diep door in het stof aan Zijn voeten. Je hoort vandaag veel over groei in het geloof. En mens wil altijd wat worden, ook een christenmens. Groeien door de Heilige Geest gewerkt is echter: Hij moet wassen, ik minder worden.”
Bos werd jaren ouderling in de christelijke gereformeerde Maranatha-gemeente in Urk. In die tijd richtte dr. C. A. Tukker het International Theological Institute op. Aan die instelling studeerde Bos twee jaar en behaalde er zijn propedeuse.
„Ondertussen was er roeping tot het wondere ambt gekomen. Als ik dat tenminste zo mag noemen, want je kunt wel van alles zeggen, maar de Heere moet het wel bevestigen.”
Na de noodzakelijke vooropleiding begon Bos met de studie voor predikant aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn. Tegelijkertijd was hij man en vader van een gezin, hij was ouderling en had ook zijn dagelijks werk. „Als ik het nog eens zou moeten overdoen, weet ik niet of ik het nog zou kunnen.”
Op 5 oktober 1990 werd kandidaat Bos in Bussum bevestigd tot predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Een aangrijpende herinnering aan die dag welt op: „Op diezelfde dag werd een studiegenoot, samen met zijn vrouw, in Apeldoorn begraven. Ze waren beiden omgekomen bij een ernstig ongeluk.”
Van 1996 tot 2000 stond ds. Bos in Aarlanderveen, van 2000 tot 2005 in Genemuiden. Van die jaren in Genemuiden zegt ds. Bos: „Soms gebeuren er dingen die je in het kerkelijk leven niet verwacht. Ik ben in het jaar 2005 door de classis, vanwege een zogezegde verstoorde verhouding, losgemaakt van de gemeente.”
Na ruim een jaar kwamen er twee beroepen: Broeksterwoude en Naarden. „Het mocht Naarden worden. Ik was losgemaakt van Genemuiden, maar werd door de Heere weer vastgemaakt aan Naarden.”
In Naarden ging ds. Bos (67) vorige week met emeritaat. „Ik blijf daar echter wel pastoraal werk doen als ik gezond mag blijven, want Naarden kan met 87 zielen niet meer beroepen. De gemeente Naarden is een Gideonsbende met kleine kracht, maar als de Heere straks kan zeggen: „Gij hebt Mijn Woord bewaard”, dan zal ’t goed zijn.”
Waar het in de prediking om gaat? „Om ellende, verlossing en dankbaarheid. Hoe je dat op de kansel verklaart, hangt natuurlijk wel af van de tekst waarover gepreekt wordt. De drie stukken mogen geen kapstok worden waar je altijd dezelfde preek aan ophangt. In de preek dient met twee woorden te worden gesproken: „Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven.” en: „Het is God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.”
Ik ben, zegt ds. Bos, geen man van de studeerkamer alleen. „Een hele dag achter mijn bureau zitten, lukt mij niet. Natuurlijk moet er gestudeerd worden en iedere preek moet exegetisch terdege worden voorbereid. Maar als dat gebeurd is, zoek ik de stilte op. Te midden van Gods schepping, zeg maar: al gaande en wandelende, kan ik het bestudeerde Woord biddend overdenken.”
Ds. Bos noemt exegese „een avontuur.” „Wie het Woord bestudeert, dient alle vooringenomenheid te laten varen. De vraag is steeds: „Wat staat er nu precies? Wat wil de Heere hier nu zeggen? Dat gaat dieper dan alleen Calvijn raadplegen of enkele commentaren inzien. Dan smeek je: „Heere, leid Mij in Uw waarheid, opdat ik, met de gaven die U mij schenkt, de gemeente mag leiden in het effen spoor van Uw gerechtigheid. Het maakt stil als dat mag plaatsvinden. Je zou toch een slechte prediker zijn als je op de kansel alleen boekenwijsheid verkondigt en nooit eens in vervoering raakt over Diegene Die je staat te verkondigen, omdat je zó veel in Hem mag zien.”
Rond zijn emeritaat herdenkt ds. Bos ook bijna zijn 25-jarig predikantschap. „Als ik onder aan de kansel sta, moet ik nog weleens aan mijn vader denken. Als hij dan even om het hoekje van de kerkzaal zou kunnen kijken, en mij daar zou zien staan, zou hij gezegd hebben: „Gaat Jacob daar de preekstoel op? Dat kan niet waar zijn.”
Ds. J. Bos (CGK) met emeritaat
Jacob Bos werd op 24 juni 1948 geboren in Urk. Het ouderlijk gezin behoorde tot de Gereformeerde Kerken in Nederland. In 1976 ging hij over naar de Christelijke Gereformeerde Kerken. In Zwolle volgde hij de slagersvakschool, maar op ongeveer 30-jarige leeftijd ervoer hij de roeping tot het predikantschap. Na de studie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn diende hij de gemeenten van Bussum (1990), Aarlanderveen (1996), Genemuiden (2000) en Naarden (2007). Op 26 juni preekte hij daar afscheid vanwege zijn emeritaat. In Naarden blijft ds. Bos pastoraal werk doen. Het echtpaar Bos woont in het polderdorp Espel, tussen Emmeloord en Urk.