„Soortgenoot bonte knaagkever in kerk kan niet zijn gang gaan tot 2018”
DEN HAAG. Zo’n veertig grote monumenten, waaronder veel kerken, krijgen eerder rijkssubsidie dan gepland. Dat heeft minister Bussemaker gisteren geschreven in een brief aan de Tweede Kamer. Het Grote Kerken Overleg (GKO), dat vorig jaar een manifest indiende bij de bewindsvrouw, is „dolblij.”
De monumenten, waaronder de grote kerken van Naarden (foto), Breda, Den Haag en de Oude en de Nieuwe Kerk in Amsterdam, hadden het de afgelopen jaren zwaar. Pas in 2018 zouden zij „eventueel” hun onderhoudssubsidie krijgen. En dat terwijl de bonte knaagkever doorknaagt, de leien van het dak vallen en het stucwerk van de muren bladdert.
Zo kan het niet langer, vindt nu ook de minister. „Dit lange wachten leidt tot onzekerheid, kost geld en kan leiden tot het oplopen van achterstanden in het onderhoud”, schreef ze gisteren in een brief aan de Tweede Kamer. De rijkssubsidie voor deze gebouwen wordt daarom al in 2016 toegekend. In totaal verhoogt de minister de zogenoemde BRIM-subsidie eenmalig met 20 miljoen euro. Daarmee kunnen veertig grote monumenten worden gesubsidieerd.
Marlo Reeders, voorzitter van het Grote Kerken Overleg en directeur van de Grote Kerk Naarden, is „dolblij met dit nieuws. In Naarden krijgen we in september te horen of onze subsidie wordt toegekend, maar dit is alvast heel goed nieuws.”
Komt er nu extra geld vrij voor grote monumenten of komt het alleen maar eerder?
„De BRIM-subsidies worden uitgekeerd in een tranche van zes jaar. Voor die periode was 300 miljoen euro beschikbaar. Daarvan is, blijkt nu, 10 procent niet gebruikt. Een monument moet namelijk het bedrag dat wordt uitgekeerd ook zelf opbrengen. Wij hebben in Naarden 600.000 euro nodig, waarvan we dus 300.000 zelf betalen.
Nu is er van diverse monumenten geld teruggekomen, omdat zij hun eigen bedrag niet bij elkaar kregen of omdat de kosten lager waren dan verwacht. Soms zijn er zelfs helemaal geen aanvragen gedaan, zo blijkt uit de brief van de minister. Om die redenen kan zij nu al 20 miljoen euro toezeggen aan de grote monumenten.”
Waarom moesten grote kerken aanvankelijk zo lang wachten op subsidie?
„Dat heeft te maken met de prioritering, die in 2013 is aangepast. Toen werd besloten dat allereerst subsidie zou worden uitgekeerd aan werelderfgoed in Nederland. Daarna volgden de Professionele Organisaties voor Monumentenbehoud, de zogenoemde POM’s, en dan pas de grote monumenten, waaronder vooral veel grote kerken.
Wij hebben daarom vorig jaar de noodklok geluid door ons manifest op de deuren van diverse grote kerken te hangen. Na een motie van PvdA-Kamerlid Monasch en VVD-Kamerlid Rutte heeft de minister toegezegd haar beleid voor de komende jaren onder de loep te nemen. De uitkering van 20 miljoen euro in 2016 aan grote monumenten is daarvan het resultaat.”
Kan het zijn dat er in 2018 nóg meer geld beschikbaar komt voor grote monumenten?
„De minister schrijft in haar brief dat er nog 10 miljoen euro beschikbaar is in 2018, mochten bepaalde grote monumenten toch nog buiten de boot vallen bij de toekenningen van 2016. Bij elkaar opgeteld komt er dan 30 miljoen, dus precies 10 procent van 300 miljoen euro, vrij. Monumenten mogen echter niet meer dan 3 procent aanvragen van het bedrag van hun herbouwwaarde. De herbouwwaarde van de Grote Kerk in Naarden is 36 miljoen euro. Wij komen niet aan die 3 procent, maar het geld dat we nodig hebben, gaan we direct gebruiken. Er zit een soortgenoot van de bonte knaagkever van een balk in de kerk te snoepen, die kunnen we niet tot 2018 zijn gang laten gaan.”