Vijf argumenten om vluchtelingen in hun sop gaar te laten koken
Vluchtelingen, je kunt er niet omheen. Eerst bevonden ze zich in kampen in Afrika of ergens anders ver weg. Toen was plotseling de Middellandse Zee ermee gevuld. Nu struikel je erover op treinstations in Italië. In Calais of zelfs al in Hoek van Holland liggen ze in het struikgewas langs de weg op de loer om in stilstaande vrachtwagens te klimmen. Nog even en ze komen vanuit de achtertuin de keuken binnen. Sterker nog, ze zijn al in huis, want vrijwel dagelijks word je er indringend mee geconfronteerd via de media. Het lijkt wel een plaag. Wat moeten we er toch mee?
Er zijn veel argumenten te bedenken voor een stringent ontmoedigingsbeleid. Voor het versterken van fort Europa, voor een radicaal nee tegen iedereen die op de poort bonst of over de muur wil klimmen. Ik zal me beperken tot een vijftal.
De meeste vluchtelingen zijn niet echt op de vlucht. Er is niemand die het op hun leven gemunt heeft, ze kunnen doen en laten wat ze zelf willen. Ze hebben maar één probleem: armoede. En ze denken dat er maar één oplossing is: Europa. Feitelijk zijn het geen vluchtelingen maar gelukzoekers. Ze weten niet dat hier keihard gewerkt moet worden voor een dagelijkse boterham en dat welvaart niet voor iedereen vanzelfsprekend is.
Het toelaten van zo veel vluchtelingen in Europa is slecht voor de economie. We zijn net een beetje over de crisis heen, de werkloosheid is nog hoog, het herstel is wankel. Een grote toestroom van armoedzaaiers kan onze economie echt niet hebben. We hebben, na al de moeilijke jaren die achter ons liggen, voorlopig genoeg aan onszelf.
Vluchtelingen willen dolgraag naar Europa, maar ze zullen er niet gelukkig worden. Ze zijn een heel ander leven gewend dan in Europa geleefd wordt. Ze zullen uiteindelijk best de taal leren, de gewoonten overnemen en hun plek vinden. Maar diep in hun hart zal er altijd heimwee blijven. Ze kunnen veel beter opgevangen worden in de regio van herkomst.
De meeste vluchtelingen passen niet in de Europese cultuur met haar joods-christelijke wortels. Het merendeel is moslim en is het niet gewend om te leven in een democratische rechtsstaat. De instroom van grote aantallen zal in de toekomst zeker leiden tot toenemende spanningen in de samenleving. We hebben genoeg leergeld betaald met de komst van gastarbeiders in de jaren 70 en de daarop gevolgde allochtonenproblematiek.
Vluchtelingen in wankele bootjes op de Middellandse Zee, het is allemaal best aangrijpend. Als je niet beter wist, zou je ze zomaar het land binnenlaten. Maar vergeet niet dat er veel kaf onder het koren zit. Je haalt het paard van Troje binnen: allerlei gespuis, aanhangers van IS misschien wel, kan zomaar Europa binnenkomen om kerken op te blazen en de samenleving te ontwrichten. Moeten we dat echt willen?
Vluchtelingen, er zijn veel argumenten te bedenken om hen in de kou te laten staan. Sterker nog, ik zou geen enkel zakelijk of economisch argument weten te bedenken om ze in onze samenleving op te nemen. Ik geef het eerlijk toe: iedereen die pleit voor welke andere oplossing dan ook, heeft bij voorbaat gelijk.
Maar wat als er geen oplossing blijkt te zijn? Als ze maar blijven komen in grote aantallen, ondanks de ellende onderweg en in tijdelijke opvangkampen? Als maatregelen om hen tegen te houden niet helpen en de stroom blijft aanzwellen? Dan rest ons maar één ding: luisteren naar de Meester Zelf: „Gelijk gij wilt dat u de mensen doen zullen, doet gij hun ook desgelijks” (Luk. 6:31). En iets verder: „Doet goed en leent zonder iets weder te hopen; en uw loon zal groot zijn, en gij zult kinderen des Allerhoogsten zijn; want Hij is goedertieren…” Dan past ons barmhartigheid, zoals de Vader in de hemel (uw Vader?) barmhartig is.
Stel dat Jezus Zelf ons verschijnt in de gestalte van een vluchteling en wij zouden Hem niet herbergen, hoe kunnen wij dan ooit voor Hem bestaan?
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl