Het advies wordt nu nog door het kabinet bestudeerd en gaat daarna met een kabinetsreactie naar de Kamer, nog voor het debat erover volgende week dinsdag. Een eventueel kabinetsbesluit over deelname met Nederlandse F-16’s aan de strijd tegen IS in Syrië „komt pas later in het jaar aan de orde”, aldus Koenders.

Daarvoor is niet alleen een volkenrechtelijk mandaat nodig, maar wil het kabinet ook kijken naar de politieke strategie ten aanzien van Syrië en onderhandelingen in het land. Nederland neemt nu wel deel aan de strijd tegen Islamitische Staat in Irak, maar niet in Syrië. De kans op uitbreiding naar Syrië is wel gegroeid sinds juristen van zowel Buitenlandse Zaken als van het ministerie van Defensie concluderen dat er een ‘volkenrechtelijke grondslag’ is voor luchtacties boven Syrië.

Regeringspartij de PvdA is alleen nog niet overtuigd. Volgens Kamerlid Michiel Servaes is niet helder wat er nou fundamenteel anders is dan vorig jaar toen het kabinet oordeelde dat er geen mandaat was om doelen van Islamitische Staat (IS) in Syrië aan te vallen. Nog belangrijker vindt Servaes dat er een effectieve politieke strategie moet zijn als Nederland in Syrië gaat bombarderen. En die strategie is er niet in zijn ogen.

De missie tegen IS in Irak is vorige week met een jaar verlengd.