Tokio weer even in de ban van Aum-sekte
Na een juridische strijd van acht jaar zal een rechtbank in Tokio morgen een oordeel vellen over Shoko Asahara, de zelfverklaarde leider van de Aum Shinrikyo-sekte (Hoogste Waarheid). Tegen de nagenoeg blinde 48-jarige is de doodstraf geëist wegens zijn vermeende betrokkenheid bij zeker dertien criminele daden, waardoor 27 mensen het leven verloren.
De bekendste zaak in de aanklacht is de aanval met het gifgas sarin op het metrostelsel van Tokio op 20 maart 1995. Er vielen twaalf doden. Het gas werd eerder gebruikt bij een operatie in Matsumoto (Centraal-Japan) een jaar eerder. Toen vonden zeven mensen de dood.
Japanse rechters veroordeelden elf andere sekteleden eerder tot de doodstraf. Deze zaken lopen nog in hoger beroep. De verwachting is dat Shoko Asahara ook de doodstraf krijgt.
Asahara werd in 1955 in extreme armoede geboren in het zuiden van Japan als Chizuo Matsumoto. Na een bezoek aan de Himalaya koos hij de Tibetaanse mystiek als het uitgangspunt voor zijn leven. Hij richtte een yogaschool, op die al direct veel belangstelling trok. In 1990 nam hij met 25 volgelingen deel aan de parlementsverkiezingen, maar dat leidde tot niets.
Experts zeggen dat hierna de groep rond Asahara zich steeds meer ontpopte als een militante en regelrecht criminele sekte. Asahara zou hebben geprofiteerd van een spiritueel vacuüm in een land dat zich economisch zeer sterk ontwikkelde en hoge eisen aan zijn werknemers stelde.
Duizenden zagen in Asahara een charismatische leider die verlichting van de aardse verplichtingen in het vooruitzicht stelde in een onafwendbare ondergang van de wereld. Dat laatste zou overigens al in 1997 gebeuren.
Een bezoek aan Rusland in 1992 leverde hem volgens Japanse analisten toegang op tot duistere contacten die verscheidene (chemische en biologische) wapens konden leveren. Asahara werd steenrijk, onder meer door met een klein zakenimperium handig gebruik van belastingmaatregelen te maken. Hij wist jonge wetenschappers van de beste universiteiten over te halen om in zijn laboratorium aan de voet van de berg Fuji te werken.
Zijn aanhang groeide medio jaren negentig tot ongeveer 10.000 personen, ook in Moskou en New York. Op 16 mei 1995 werd hij gearresteerd. Het proces begon in april 1996.