Juliana had alles tegen
De organisatoren van conferenties op kasteel het Oude Loo in de jaren vijftig hadden grote idealen: ze streefden naar een vreedzame, door God geleide wereld. Voor Juliana was als koningin een grote rol weggelegd, vonden zij. Maar de vorstin had de tijdgeest, de mannenwereld van Den Haag en prins Bernhard tegen.
Dat stelt de historicus Han van Bree (1957), die woensdagmiddag op het onderwerp promoveerde. De Oranjehuiskenner maakte verschillende documentaires over de koninklijke familie en hun verleden. „Tijdens een van die projecten kwam ik vrienden uit de kring van koningin Juliana tegen. Interessante mensen waren dat. Toen ontstond het idee daar een keer dieper op in te gaan en een boek over deze vrienden te schrijven. Ik kreeg nooit onderzochte archieven van hen onder ogen.” Het boek groeide uit tot een vlot geschreven studie die Van Bree woensdag in Leiden verdedigde als proefschrift.
Dol
Toen het medium Greet Hofmans in 1948 voor het eerst op Paleis Soestdijk kwam, maakte ze meteen „indruk” op zowel Bernhard en Juliana als Wilhelmina. „Dat was niet zo raar”, zegt Van Bree. „Dat kwam vooral door haar eenvoud, haar eerlijkheid en haar onvoorwaardelijke overgave aan Christus. Ze zei wat ze op haar hart had, ongeacht wie er tegenover haar stond. Die eerlijkheid moet met name Juliana hebben aangesproken.”
Hofmans had „charisma”, zegt Van Bree, het gangbare beeld nuancerend. „Vrijwel alle mensen die haar gekend hebben, waren dol op haar. Mensen werden gegrepen door haar persoonlijkheid en haar boodschap.”
Vooral Juliana kreeg een hechte band met de nuchtere Hofmans. „Hofmans zei tegen Juliana: „Je bent bijzonder. Je doet ertoe. Je kunt wat betekenen.” Het moet voor Juliana prettig zijn geweest dat te horen. Zeker als je dat van je man minder vaak hoort.”
Prins Bernhard haakte al snel af. Aanvankelijk geloofde hij in de genezende kracht van Hofmans voor zijn dochter Marijke (later Christina). Eind 1949 „ontmaskerde” de prins Hofmans echter als een charlatan en ontzegde haar de toegang tot Paleis Soestdijk.
Het huwelijk van koningin Juliana en prins Bernhard verwerd toen „tot een soort privé-Koude Oorlog”, aldus Van Bree. Bernhards optreden en zijn openlijke overspel maakten echter dat de kring van vrienden rond Hofmans en Juliana nog hechter werd, zegt Van Bree.
Gandhi
Een paar maanden later besloot deze vriendenclub tot het opzetten van religieuze bijeenkomsten. Ze waren gegrepen door het boek ”Creators of the Modern Spirit – towards a philosophy of faith”. Het boek van de religieuze Britse vredesactiviste Barbara Waylen bevat teksten van de Indiase filosoof Sarvepalli Radhakrishnan en de politiek activist Mahatma Gandhi. Koningin Juliana steunde het initiatief van harte en stelde kasteel het Oude Loo in de bossen bij Paleis Het Loo in Apeldoorn ter beschikking.
Zo kort na de Tweede Wereldoorlog en in een tijd van grote spanningen tussen het Westen en de Sovjet-Unie was de vraag die veel mensen –ook de vriendenkring rond Juliana– bezighield: Wat is Gods bedoeling met deze wereld? „De inleidingen op de conferenties behandelden vooral religieuze zaken, en met name de verhouding tussen God en de mens, en de geestelijke crisis in de wereld. Opvallend weinig ging het over de politieke actualiteit. De missie was: het herstellen van Gods heerschappij op aarde om zo tot een vreedzame wereld te komen”, zegt Van Bree.
Juliana genoot van de conferenties. „Zij vormden voor haar een mogelijkheid om met anderen op voet van gelijkheid na te denken over de essentie van het leven, over Gods bedoeling met de wereld.”
Job
De Bijbel ging overigens amper open op de conferenties. Vooral de eigenzinnige hoofdorganisator Wim Kaiser was daar fel op tegen. „Job, Abraham, Jesaja en Jezus waren wel grote voorbeelden voor de conferentiegangers. Maar verder vonden de organisatoren dat er vrij gedacht moest kunnen worden. De Bijbel, dogma’s en de kerken waren volgens hen hinderpalen op weg naar God.” De Bijbel was wel inspiratiebron, maar er moest ruimte zijn voor het gedachtegoed vanuit andere godsdiensten en de filosofie.
Vooral in het begin bezochten verschillende predikanten de conferenties. „De bijeenkomsten stonden echt in de protestantse, joods-christelijke traditie”, zegt Van Bree. Maar vanuit de kerken werden de conferenties met de nodige argwaan bezien. Ze konden zich er niet in vinden dat de Bijbel niet centraal stond. Verschillende predikanten bedankten om die reden voor de uitnodiging. Rooms-katholieken en orthodoxe protestanten waren er sowieso niet welkom, vond Kaiser, want die waren te volgzaam of te dogmatisch.
Niet alleen vanuit de kerken werden er vraagtekens bij de conferenties in het Oude Loo gezet. Ook de regering en de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) maakten zich zorgen. „De geur van sektarisme deed de reputatie van de bijeenkomsten en de kring rond het Oude Loo geen goed. Het idee dat de koningin betrokken was bij een magische cirkel en onder de invloed van twee mensen stond –Hofmans en Kaiser–, in combinatie met de visie van prins Bernhard dat zijn vrouw door Hofmans „gehypnotiseerd” was, zorgde ervoor dat de bijeenkomsten vanuit Den Haag kritisch werden gevolgd.”
Was Juliana aanvankelijk de gastvrouw van de conferenties, na 1953 kwam haar naam op aandringen van de regering niet meer in de uitnodiging voor.
Bilderberg
Opmerkelijk is dat prins Bernhard drie jaar na de start van de Oude Looconferenties zelf de Bilderbergconferenties begon, bijeenkomsten waarop invloedrijke politici en zakenlui uit Europa en Noord-Amerika elkaar ontmoetten. „Net als bij het Oude Loo lagen de chaotische naoorlogse toestand in de wereld en de wens ”nooit meer oorlog” aan de basis van deze Bilderbergconferenties”, zegt historicus Van Bree.
Juliana was fel tegen de conferenties van haar man. Ze wilde dat minister-president Drees prins Bernhard onder „politieke curatele” zou stellen. Van Bree: „Juliana was bevreesd dat de Bilderbergbijeenkomsten een gevaar zouden vormen voor haar positie als onafhankelijk en boven de partijen staand staatshoofd.” Bernhard verweet Juliana daarop dat haar vriendenkring „met communistische sympathieën” achter haar verzet tegen zijn project zat.
De regering greep in, maar „opmerkelijk” genoeg mocht prins Bernhard zijn activiteiten onder eigen naam voortzetten, terwijl Juliana niet meer officieel bij de organisatie van de Oude Looconferenties betrokken mocht zijn. Van Bree: „Dat Juliana een gewone deelnemer was tussen zoekende gelovigen, was blijkbaar veel risicovoller dan dat de prins als boegbeeld fungeerde van een jaarlijkse bijeenkomst van anticommunistische transatlantici.”
Raspoetin
De pogingen van Juliana om Bernhard los te weken van de Bilderbergbijeenkomsten keerden zich in juni 1956 als een boemerang tegen haarzelf, analyseert Van Bree in zijn proefschrift. Die episode begint met een artikel in het Duitse tijdschrift Der Spiegel, waarin gesteld wordt dat koningin Juliana onder invloed staat van een „nieuwe Raspoetin.” Raspoetin was de monnik die grote invloed had op de laatste tsaar van Rusland en diens vrouw en hen losweekte van het Russische volk, met een revolutie als gevolg.
Het tijdschriftartikel schokte Nederland. Het echtpaar besloot, op aandringen van de regering, op 28 juni 1956 een onderzoekscommissie, de commissie-Beel, in te stellen. De oud-ministers L. J. M. Beel en P. S. Gerbrandy en de laatste gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, jonkheer A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, moesten onderzoek doen en advies geven in de Greet Hofmansaffaire. De contacten van het hof met Hofmans werden daarop definitief verbroken en de hofhouding –vol vrienden van Juliana– werd gereorganiseerd.
De uitkomst van het rapport trof vooral Juliana. Volgens Van Bree komt dat doordat de drie mannen prins Bernhard en diens taal veel beter begrepen dan hun vrouwelijke staatshoofd met haar bevlogen ideeën. Vooral de rooms-katholieke Beel en de „orthodox-gereformeerde” Gerbrandy waren „wars van religieuze nieuwlichterij en moesten niets hebben van activiteiten die het kerkelijk gezag ondermijnden. Zij hadden al bij voorbaat ernstige bedenkingen tegen de kring van het Oude Loo en hun gedachtegoed. Daar kwam bij dat Beel als fervent aanhanger van de gezinsideologie de man als hoofd van de echtverbinding beschouwde en dat was gunstig voor Bernhard –die sowieso al het meeste baat leek te hebben bij het mannen-onder-elkaarsfeertje.”
Juliana had eigenlijk alles tegen zich, zegt Van Bree: „De commissie, de tijd, omdat mannen voorop stonden, de reputatie van de conferenties en het geheimzinnige, mystieke rond Greet Hofmans. Juliana was heel kwetsbaar.”
Passie
Na de crisis volgden er nog drie Oude Looconferenties. Ze mochten nog wel op kasteel het Oude Loo worden gehouden. De gasten mochten echter niet meer, zoals gebruikelijk was, op Paleis Het Loo dineren en slapen. Daar zat de gastvrije Juliana mee. „Ze voelde zich bezwaard en wilde daarom de extra hotelkosten voor haar rekening nemen. Dat was tegen de adviezen van de commissie-Beel in.”
De breuk met Hofmans en haar vrienden bracht Juliana in een crisis. Van Bree: „Een van haar vrienden heeft daarover gezegd: „Tot 1956 was ze koningin, daarna speelde ze koningin.” Aan een vriendin schrijft Juliana dat ze in tranen is nu ze niet meer naar de conferenties kan. In die brief proef je puur emotie, hoe diep ze geraakt moet zijn geweest. Haar passie werd haar afgenomen. Ze vraagt haar vriendin dringend alles over de conferenties te blijven vertellen.”
”De geest van het Oude Loo. Juliana en haar vrienden 1947-1957”, Han van Bree; uitg. Conserve, Schoorl, 2015; ISBN 978 90 5429 269 2; 480 blz.; € 34,99.
Zeventien conferenties tussen 1951-1957
In totaal bezochten zo’n 1550 verschillende personen de zeventien conferenties die in de periode 1951-1957 op kasteel het Oude Loo in Apeldoorn werden gehouden.
De uitnodigingen waren erop gericht dat een doorsnee van Nederlanders –en ook buitenlanders– aanwezig was. De meeste deelnemers kwamen slechts naar een enkele conferentie, daar was het uitnodigingsbeleid ook op gericht. Zo zou het gedachtegoed van de conferenties als een olievlek kunnen worden verspreid. De conferenties kenden veel afzeggingen. Opvallend veel artsen bezochten de conferenties. Zeker dertig predikanten of andere geestelijken kwamen naar het Oude Loo. De bezoekers waren overwegend van protestants-christelijken huize. De adel was ook goed vertegenwoordigd.
De conferenties vonden plaats op vrijdag tot en met zondag, en –tot 1957– met een ontvangst en logies op Paleis Het Loo door koningin Juliana.
„De mens is op weg naar God toe”
Koningin Juliana was een van de sprekers op de eerste Oude Looconferentie, op 25 juli 1951. Een paar citaten uit haar rede.
„De grondfout die wij maken, is, dat wij onze intelligentie zich in sneller tempo laten ontwikkelen, terwijl wij te traag zijn met het bespoedigen van de ontwikkeling van wat men zou kunnen noemen het hart.”
„Het ontduiken van de Goddelijke wet zal altijd inhouden dat een kortzichtig beleid gaat worden gevoerd en dit is noodlottig. Maar het zal tenslotte naar zijn eigen vernietiging voeren, omdat God’s Wetgeving altijd ontbindt, wat niet tot Zijn Orde is.”
„Onze autonomie reikt precies evenver als ons besef dat harmonieuze mensen-samenleving mogelijk is, en wel door zich op grond van mensen-respect erin verantwoord te voelen. Iedereen wete zich hierbij betrokken, op zijn of haar plaats, in zijn of haar eigen verantwoordelijkheid. Het vertreden van de eerbied voor onze medemens brengt vernietiging der samenleving en chaos.”
„Er bestaat in wezen geen tegenstelling God-mens of mens-God. De mens is op weg naar God toe. Hij heeft de vrijheid van keus van zijn pad, hoewel hij nooit buiten het gezichtsveld van het wakend oog van God kan komen.”
„God kan door geen schepsel overwonnen worden, want Hij is de grondlegger der Schepping.”