Vakantie in eigen huis
Een kwart van de Nederlanders gaat dit jaar niet op vakantie, zo bleek gisteren uit de vakantiegeldenquête van het Nibud. Via Facebook kreeg het Reformatorisch Dagblad diverse reacties van lezers voor wie dat ook geldt. Krijgen zij thuis ook een vakantiegevoel?
Deze zomer gebarentaal leren
LOPIK. Marja van Veen (56) uit Lopik meldt dat haar vakantiegeld dit jaar opgaat aan een cursus Nederlandse gebarentaal en de ondersteuning van zendelingen in Burkina Faso en Brazilië.
„Gebarentaal wilde ik al heel lang leren. Nu was ik in de gelegenheid om een cursus te volgen en daar gebruik ik dit jaar mijn vakantiegeld voor. Een aantal van mijn kennissen is slechthorend, dus het kan later best eens van pas komen. Maar ik doe het vooral omdat ik het heel erg leuk vind.
Andere jaren ben ik wel op vakantie geweest. Een wandelvakantie, weekenden of een midweek weg. Als ik wegga, is het vaak wat korter en wat meer verwennerij.
Een vakantiehuisje wil ik niet meer, want dan moet ik alsnog boodschappen doen en koken. Liever ga ik dan met een vriendin naar een hotel, een dagje fietsen of wandelen of naar een museum.
Ik vind het heerlijk om thuis te zijn en wat in de tuin te rommelen. Anderen hebben vakantie misschien echt nodig, maar ik kom gewoon thuis al tot rust.
Daarbij ondersteun ik zendelingen in Burkina Faso en Brazilië. Het zijn mensen die ik goed ken. Ze leven van giften.
De zendelingen in Burkina Faso hebben sinds kort een waterpomp. Als ze kip willen eten, moeten ze die zelf slachten. Ik vind het belangrijker dat dit werk doorgaat en daar mensen de Heere Jezus leren kennen en er goede voorzieningen voor hen komen dan dat ik op vakantie ga.
Ik hoop zelf wel een keer op bezoek te gaan in Burkina Faso. Maar dat is dan wel een reis waarvoor ik moet sparen.”
Dagjes weg met Franse gastkinderen
PUTTEN. Annelies Petersen (42) uit Putten, moeder van vier kinderen in de leeftijd van 10 tot bijna 19 jaar, zei eerst op vakantie te gaan, hoe druk het ook zou zijn in de zaak. Het zou erop neerkomen dat zij met de helft van het gezin zou weggaan, de andere helft zou thuisblijven en haar man fulltime zou blijven werken.
„Het gevoel van ”ik ga” zakte steeds verder weg. Vorige week besloten we: we gaan niet op vakantie. Nu ik thuis blijf, kan er nog een kindje uit Frankrijk bij ons komen. Al zeventien jaar stellen we ons huis open voor sociaal kansarme kinderen uit Parijs. De oudste, een jongen van 18 jaar, komt niet zo vaak meer. Een meisje dat vaste gast is, zit deze zomer bij familie in Afrika. Een jongetje van 4 zou meegaan op vakantie. Nu komt hij bij ons thuis, samen met een baby van een alleenstaande moeder.
We komen met de kinderen in contact via de Gastoudervereniging Symbiose. De kinderen komen vijf keer per jaar, dus elke schoolvakantie. In de zomer blijven ze het langst, twee maanden in totaal. Ik spreek nog altijd geen vloeiend Frans, maar de oudste twee gastkinderen spreken wel vrijwel accentloos Nederlands.
Ook thuis krijgen we een vakantiegevoel. We slapen uit. Bij mooi weer gaan we een dagje naar het strand of varen in Giethoorn. We lopen het bos in. Of we gaan een eind fietsen en ein-digen bij de ijssalon in het dorp. De kinderen zijn weinig gewend. Een trampoline, een zwembad naast het huis en een fiets maken het voor hen al een feest. Ikzelf voel me dan echt niet tekortgedaan.”
Van vakantiegeld blijft niets over
APELDOORN. Esther van der Meijden (43) uit Apeldoorn leeft met haar nog thuiswonende zoon van een alleenstaandenuitkering. Al verschillende jaren zat een vakantie er voor hen niet in.
„Er is meer armoede in Nederland dan veel mensen zich realiseren. Je loopt er ook niet mee te koop. Je wordt er wel creatief in om dingen bij elkaar te sprokkelen, bij de kringloop en dergelijke.
Mijn zoon is net 20 en woont nog bij mij. Hij heeft autisme. Daarom kan hij ook niet gemakkelijk op zichzelf gaan wonen. Hij verdient niets. Dat mag ook niet van de bijstand en de toeslagen die we krijgen. Om die te houden, zou hij maar een paar honderd euro in het jaar mogen bijverdienen.
De uitkering en de woontoeslag gaan op aan woonlasten, gas, licht en water, de telefoon- en de internetaansluiting. We eten van wat mijn zoon aan kostgeld betaalt van zijn studiefinanciering. Hij studeert theologie aan de Christelijke Hogeschool in Ede. Hij heeft net het tweede jaar afgerond, maar dat helaas niet gehaald.
Er blijft dan weinig over voor kleding, reparatie van een lekke band. Dat sparen we op en doen we van het vakantiegeld. Maar 500 euro is dan snel op.
Om een vakantiegevoel te krijgen, is lastig. Pretparken zijn veel te duur. Een dagje wandelen of fietsen zit er niet in, want ik heb MS (multiple sclerose, AB). Misschien gaan we eens een ijsje halen.
Ik heb wel een auto. Daarmee ga ik naar de fysiotherapeut, de dokter of het ziekenhuis. Voor de brandstof spaar ik, anders kom ik helemaal niet meer weg.”
Geen vrij van therapie
BARNEVELD. Willemijn Fokker (20) uit Barneveld vertelt dat ze eerst met haar ouders, zussen en broer naar Frankrijk op vakantie zou gaan. Ze kan haar therapie echter niet onderbreken.
„Ik heb sinds drie maanden therapie voor depressie en een persoonlijkheidsstoornis. Die therapie is drieënhalve dag in de week en moet ik negen tot twaalf maanden volgen. Je krijgt geen vrij voor vakantie. Ik heb eens drie dagen in de week geprobeerd, maar ik merkte dat ik toen al te veel van de therapie miste om op vakantie te kunnen. Ik zie nu ook wel in dat dit beter is. Mijn schoolopleiding heb ik moeten stopzetten. Ik deed verpleegkunde. Eerst op het hbo, later op het mbo. Ik ben daar in het tweede jaar ingestroomd, maar dat was te gemakkelijk.
We hadden een vakantie geboekt naar Frankrijk, maar nu blijven we allemaal thuis. Ook een weekje weg in Nederland komt er niet van. Mijn familie wil mij niet alleen thuis laten.
Op de dagen dat ik vrij ben gaan we zeker dagjes weg. Dan moeten we gewoon kijken wat we kunnen ondernemen. Ook voor de anderen, zodat ze wel een vakantiegevoel krijgen.
Ik zou zelf nog graag naar het klimbos in Apeldoorn gaan. Dat vind ik gaaf. En naar de meidendag van de marine. Dat doe ik dan zelf, misschien met mijn zusje. Ook zou ik wel een dagje naar de Waddeneilanden willen.
Maar met de therapie ben ik in de praktijk al vier dagen in de week kwijt. We zullen moeten bespreken wat er kan en wat de anderen willen.”