Israël krijgt opnieuw kritiek in Den Haag
Op de tweede dag van de hoorzittingen voor het Internationaal Gerechtshof over de Israëlische veiligheidsmuur heeft Israël dinsdag nog meer kritiek gekregen.
De zeven landen die dinsdag hun opvatting gaven, bleken zonder uitzondering negatief te zijn. Jordanië nam als buurland van Israël een leidende rol in het verzet tegen de veiligheidsbarrière. Ondanks een vredesovereenkomst met Israël is Jordanië bang voor interne instabiliteit door een nieuwe toestroom van Palestijnse vluchtelingen.
Namens de Jordaanse regering betoogde de Britse jurist Sir Arthur Watts dat het juridisch advies van het hof over de afscheiding losstaat van vredesinitiatieven als de zogenoemde routekaart. Hij bestreed hiermee de opvatting van onder meer de Verenigde Staten en Nederland dat een uitspraak van het hof schade zou kunnen doen aan het vredesproces.
Volgens de jurist Watts hebben de Verenigde Naties (VN) een „permanente verantwoordelijkheid” voor de kwestie-Palestina. Een advies van het hof moet de VN helpen hun koers over Palestina te bepalen, niet meer en niet minder.
De Britse deskundige meende dat het onzin is om het hof te vragen geen advies over de juridische aspecten van de muur te vragen omdat er „ergens diplomatieke activiteiten gaande zijn aan de hand van 6,5 kantjes papier die routekaart worden genoemd.” In eerdere zaken voor het Internationaal Gerechtshof waren diplomatieke inspanningen evenmin een reden om na te laten advies uit te brengen.
Volgens het Zuid-Amerikaanse Belize „versterkt het veiligheidshek de isolatie van de Palestijnen en maakt het het uitzicht op zelfbeschikking nog kleiner”, aldus professor Sorrell. „Het simpelweg afbreken van de muur is niet genoeg. Er moet ook compensatie komen voor het verlies.” Volgens Belize is het ook een „illusie” dat een muur veiligheid brengt.
Cuba stelde zich dinsdag op hetzelfde standpunt. „Het Palestijnse recht op zelfbeschikking kan alleen worden uitgeoefend op hun eigen grondgebied. Maar dit recht wordt nu door Israël onmogelijk gemaakt”, aldus onderminister Moreno Fernández van Buitenlandse Zaken.
Volgens het persbureau Reuters verwierp de Israëlische premier Ariel Sharon de hoorzitting gisteren als een „internationaal circus” en een „campagne van hypocrisie” en beloofde hij de geplande 700 kilometer scheiding af te bouwen. Tevergeefs probeerden ongeveer honderd Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever te voorkomen dat twee bulldozers aan de slag konden.
De regering van de Palestijnse premier Ahmed Qurei is er een van „moorden en leugens”, die ervoor verantwoordelijk is dat het vredesproces in het Midden-Oosten verlamd is, aldus Sharon.
Op zijn hoofdkwartier in Ramallah zei de Palestijnse leider Arafat vertrouwen te hebben in de „juiste beslissing” van het Internationaal Gerechtshof.
Maleisië toonde zich dinsdag verbijsterd over de houding van een reeks westerse landen, waaronder Nederland, die het Internationaal Gerechtshof hebben gevraagd geen advies uit te brengen over de juridische aspecten van de afscheidingen die Israël op de Westelijke Jordaanoever bouwt.
De Maleisische minister van Buitenlandse Zaken, Datuk Seri Syed Hamid Albar, betoogde dat die landen zo het hof tot een politiek orgaan maken. Het verzoek aan de vijftien magistraten van het hof om geen uitspraak te doen, komt door de vrees dat het vredesonderhandelingen belemmert.
De Maleisische bewindsman kan deze redenering niet volgen. Het hof zou geen advies mogen geven over juridische zaken enkel en alleen uit politieke overwegingen. Dat is volgens hem onaanvaardbaar.
Maleisië heeft dinsdag net als enkele andere landen aangedrongen op een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof en op een oordeel dat de afscheidingen illegaal verklaart.
Het hof heeft de mogelijkheid en de plicht de Palestijnse kwestie „uit de duisternis te halen en te plaatsen in het licht van het recht, dat de gezamenlijke taal van de naties” bevat, aldus Datuk Seri Syed Hamid Albar.