Economie

Meer geld lenen aan Grieken of het faillissement?

BRUSSEL. Begin 2010 treden de problemen met Griekenland voluit aan het licht. Spannende momenten volgen, ook in de jaren erna. Komt er noodhulp of glijdt het land af naar een faillissement? Weer ligt die vraag op tafel, woensdagavond en de komende dagen. De situatie en mogelijke scenario’s aan de hand van enkele steekwoorden.

Arie de Rooij
17 June 2015 17:08Gewijzigd op 15 November 2020 19:45
De Griekse premier Tsipras. beeld AFP
De Griekse premier Tsipras. beeld AFP

EUROGROEP. Onder voorzitterschap van Dijsselbloem is woensdagavond in Brussel de eurogroep (de ministers van Financiën van de eurolanden) bijeen. In februari beloofden de Grieken verdere bezuinigingen en hervormingen, in ruil voor een verlenging van het lopende hulpprogramma tot eind juni. Van een uitwerking in een definitief akkoord, met daarna de uitbetaling van het resterende bedrag van 7,2 miljard euro aan noodkrediet uit het huidige pakket, kwam echter niets terecht. Alle overleg in de voorbije periode bleef zonder resultaat.

Als geldschieters fungeren de eurolanden, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Centrale Bank (ECB). Zij eisen onder andere een versobering van het pensioenstelsel, maar de regering in Athene verzekert dat zij op dat terrein geen concessies zal doen. Een schuldvermindering, een gedeeltelijke kwijtschelding, noemt zij op haar beurt als een van de belangrijkste wensen. Geen denken aan, zeggen de crediteuren. Het zijn slechts twee kwesties waarover de standpunten mijlenver uiteen liggen. De kans op overeenstemming binnen de eurogroep lijkt dan ook uiterst klein. Toch is daarmee het eindstation in de onderhandelingen naar verwachting nog niet bereikt.

REGERINGSLEIDERS. Bij een mislukking woensdagavond, volgt er waarschijnlijk op korte termijn een top van de regeringsleiders. Dan ligt het dossier echt op het allerhoogste politieke niveau.Als Griekenland, waar de meeste burgers de euro niet kwijt willen, stappen zet, zal het dat alleen doen onder maximale druk en pas op het allerlaatste moment. Tsipras gaat dan terug naar de eigen bevolking met de verontschuldiging: we stonden met de rug tegen de muur, we konden niet anders. In de achterliggende maanden heeft hij ook al eens geopperd een referendum te organiseren, zodat de kiezer mag beslissen hoe te handelen.

Op cruciale momenten in het verleden rolde er telkens op de valreep toch een deal uit de bus. Verschil is wel dat er nu in Athene een coalitie zit met onervaren politici, die hebben beloofd radicaal te breken met het saneringsbeleid en die na de verkiezingen van eind januari bepaald geen blijk gaven van een constructieve opstelling.

AKKOORD. Niettemin mogen we een akkoord niet helemaal uitsluiten. Niemand koerst bewust aan op een faillissement en eventueel een Grexit, een vertrek van Griekenland uit de eurozone. Beide kampen beseffen dat de gevolgen daarvan ongewis zijn, dat er flinke risico’s aan kleven en dat het daarom beter is die uitkomst te vermijden.

Een akkoord zal betekenen verder gaan met pappen en nathouden. Te denken valt aan nogmaals een verlenging, met een aantal maanden, van het lopende reddingsprogramma. De Grieken krijgen dan weer wat geld en zijn even uit de brand. Voor de langere termijn is het onvoldoende. Voorlopig kunnen zij niet zelf kapitaal aantrekken op de markt. Dus zijn straks meer noodleningen nodig. De onderhandelingen over de voorwaarden worden geheid weer een zelfde uiterst moeizaam proces.

FAILLISSEMENT. Gaat echt mis, dan ligt een faillissement in het verschiet. Griekenland moet eind juni ruim 1,5 miljard euro aflossen bij het IMF. Volgende maand wachten nieuwe financiële verplichtingen. Dat lukt niet, want de kas is leeg. Dan zal er dus sprake zijn van wanbetaling. Een staat blijft in die situatie natuurlijk, anders dan een bedrijf, wel bestaan. Argentinië overkwam het begin deze eeuw.

De schuldeisers, waaronder Nederland, zullen als het daarop uitdraait, het geleende geld geheel of gedeeltelijk niet meer terugzien. Er moeten dan in internationaal verband onderhandelingen beginnen over een schuldsanering. Tot dusver heeft het Griekse drama ons niet veel gekost. We verstrekten alleen leningen. Als die niet terugbetaald worden, betekent dat pas echt een strop. De vorderingen op de Griekse overheid van buitenlandse banken en andere private partijen zijn de afgelopen jaren sterk verkleind. Zij zullen dus geen grote verliezen lijden.

De Griekse banken raken wellicht wel in moeilijkheden. Klanten hebben uit voorzorg al tientallen miljarden euro’s van hun spaarrekeningen afgehaald. De ECB bieden ter compensatie volop liquiditeit aan. Daar dient wel onderpand voor te zijn. Tot nu toe gebruiken de banken daarvoor hun bezit aan Griekse staatsobligaties. Maar dat papier wordt na een faillissement nagenoeg waardeloos en officieel moet ‘Frankfurt’ dan de geldkraan dichtdraaien. Om een bankrun te voorkomen, is het trouwens denkbaar dat de overheid de financiële bedrijven tijdelijk sluit en de geldautomaten buiten werking stelt.

GREXIT. Een Grexit als uitvloeisel van een faillissement is een mogelijkheid, maar geen automatisme. De spelregels van de monetaire unie voorzien niet in het uittreden van deelnemers. Het was bij de oprichting ervan immers de bedoeling een onomkeerbaar project te realiseren, zodat onzekerheid op dat punt en valutarisico’s definitief tot het verleden zouden behoren. Als Griekenland uitstapt en terugkeert naar een eigen munteenheid, kan een ander land op enig moment hetzelfde doen en roep je twijfels op over de houdbaarheid van het systeem.

MARKTEN. Blijft een akkoord uit, dan zal dat, ongeacht de verdere ontwikkelingen daarna, onrust veroorzaken. De EU en de overige instellingen hebben vast en zeker allerlei scenario’s en noodmaatregelen achter de hand. De dreiging dat het een keer fout loopt met de Grieken bestaat tenslotte al jaren. Toch weet niemand wat er dan precies gaat gebeuren. We betreden onbekend terrein.

De meningen zijn verdeeld. De één verwacht dat de gevolgen te behappen zijn en dat die de eurozone niet in gevaar brengen, de ander waarschuwt voor ernstige consequenties. In ieder geval zagen we deze week dat op de markten de rente die de Zuid-Europese landen moeten betalen als zij lenen, stijgen. Dat duidt erop dat in de ogen van de kapitaalverschaffers de risico’s toenemen en dat zij daarom een hogere vergoeding vragen.

Over de effecten voor de Griekse economie verklaarde de nationale centrale bank dinsdag dat het de toch al ongunstige situatie verder zal verergeren. Dat is klare taal uit onverdachte hoek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer