IAEA: Meer nucleaire experimenten in Iran
Inspecteurs van het Internationale Atoomenergie Agentschap zijn op meer nucleaire experimenten in Iran gestuit dan het land zelf heeft aangegeven, blijkt uit een IAEA-rapport dat het persbureau Associated Press in handen heeft gekregen.
De inspecteurs vonden onder meer sporen van polonium, een radioactief element dat gebruikt wordt om een nucleaire kettingreactie op gang te brengen. De Iraanse autoriteiten hebben in hun opgaven van vroegere en huidige activiteiten op nucleair gebied nooit iets over polonium gezegd. Volgens het verslag van de inspecteurs aan de 35-koppige raad van gouverneurs van het IAEA kan polonium voor militaire doeleinden worden gebruikt, „in het bijzonder als een neutroneninitiator in sommige ontwerpen van kernwapens.” De woordvoerder van de Iraanse Organisatie voor Atoomenergie, Saber Zaimian, had vooralsnog geen commentaar op het IAEA-rapport.
De ontdekking slaat een deuk in de Iraanse inspanningen om de wereld ervan te overtuigen dat zijn nucleaire programma vreedzame doeleinden dient en uitsluitend gericht is op energieproductie. De Verenigde Staten en verscheidene andere landen verdenken de regering in Teheran echter van het ontwikkelen van kernwapens. De ontdekking van polonium zou een zoveelste aanwijzing in die richting zijn. „Het is geen rokend geweer, maar een van de schakels”, zei een diplomaat.
Het IAEA-rapport stelt dat Iran nog geen steekhoudende verklaring heeft gegeven voor de poloniumexperimenten. Belangrijker is volgens het IAEA echter de ontdekking eerder deze maand van een geavanceerd centrifugesysteem in Iran voor de verrijking van uranium, waar Iran in zijn opgave van 21 oktober 2003 evenmin iets over heeft gezegd. Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken blijft Iran informatie achterhouden, ondanks zijn belofte vorig jaar om volledig openheid van zaken te geven aan het IAEA, de nucleaire waakhond van de Verenigde Naties.