Kerk & religie

Het Woord dat culturen overstijgt

Uitgerekend op Hervormingsdag werd gisteren in Nijmegen aan de Katholieke Universiteit een nieuw bijbelcommentaar gepresenteerd. Het is een vertaling en bewerking van de International Bible Commentary, die in 1998 verscheen. Maar liefst 120 auteurs uit 32 landen van alle continenten werkten aan het Internationaal Commentaar op de Bijbel (ICB) mee. De Nederlandse editie kent ook bijdragen van Nederlandse theologen.

Door K. van der Zwaag
1 November 2001 11:14Gewijzigd op 13 November 2020 23:15
NIJMEGEN – Op Hervormingsdag werd aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen de vertaling en bewerking van de International Bible Commentary (ICB) gepresenteerd. Maar liefst 120 auteurs uit 32 landen van alle continenten werkten aan het Internationaal C
NIJMEGEN – Op Hervormingsdag werd aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen de vertaling en bewerking van de International Bible Commentary (ICB) gepresenteerd. Maar liefst 120 auteurs uit 32 landen van alle continenten werkten aan het Internationaal C

Ruim driekwart van het boekwerk bestaat uit commentaar op alle boeken van de Bijbel (canonieke en apocriefe). Elk commentaar kent een ”eerste oriëntatie” (die kort de algemene lijnen van een bijbelboek aangeeft) en een ”nader commentaar” (dat successievelijk kleine gedeelten behandelt). Het overige kwart van het boekwerk bestaat uit algemene artikelen, die vooral ingaan op de uitleg en het ontstaan van de Bijbel. Aan de orde komen veel kwesties rond de exegese, tekstkritiek en de plaats van de Bijbel in de geschiedenis van de kerk.

De redactie van de Nederlandse versie is gevormd door dr. E. Eynikel, prof. dr. E. Noort, prof. dr. Tj. Baarda en prof. dr. A. Denaux. Het commentaar (Kok, Kampen; 2260 blz., twee delen; ƒ 350,-) wil oecumenisch en katholiek zijn, zoals de ondertitel van de Engelse uitgave al aantoont. Oecumenisch in de zin van protestants, rooms-katholiek én oosters-orthodox.

Eigen context
Hoe het werk principieel te beoordelen? Wie de Bijbel opvat als het Woord van God, zo lezen we, moet er rekening mee houden dat dit Woord overgeleverd is in menselijke woorden die lang geleden zijn uitgesproken. Daarom moet volgens de redactie de Bijbel eerst en vooral gelezen worden tegen die historische achtergrond en in zijn eigentijdse culturele en sociale context. Toch is de Bijbel meer dan „een simpele collectie van literaire werken.” Van Genesis tot Openbaring legt het getuigenis af van „Gods reddend en oordelend handelen in de geschiedenis.”

Armando J. Levoratti noemt een aantal algemene principes van bijbeluitleg, zoals de eenheid en de verscheidenheid van de Bijbel en het gegeven dat God handelt in de geschiedenis. Of de bijbelverhalen werkelijk historisch zijn? Niet in de zin van de moderne historicus, zegt Levoratti. Er zijn ooggetuigeverslagen, maar aan de andere kant kan een groot deel van de verhalen in de Bijbel „alleen in zeer ruime zin geschiedenis worden genoemd.” Een historische reconstructie van de uittocht bijvoorbeeld is gezien de gelaagdheid van het verhaal bijvoorbeeld uitgesloten.

Levoratti wil de historiciteit van de Bijbel niet ontkennen, maar „gebeurtenis plus interpretatie” is volgens hem een gevleugelde uitdrukking geworden in het bijbelonderzoek. De Bijbel is het Woord van God in mensentaal, maar een verabsolutering van de canon als het enige hermeneutisch principe is volgens hem onmogelijk. „Geen enkele benadering voldoet voor de volledige opgave van de bijbelinterpretatie.”

Ontstaan
Hoe is dit standaardwerk ontstaan? Tien jaar geleden vatte een aantal exegeten uit Noord-Amerika, onder leiding van de inmiddels overleden prof. William Farmer, het plan op een commentaar te publiceren dat meer aandacht zou hebben voor de relevantie van de exegese. Men wilde niet volstaan met samenvattingen van de wetenschappelijke exegese over de desbetreffende bijbelboeken, omdat de inhoud vaak zo compact is dat de lezer al heel wat kennis van Bijbel en exegese moet hebben om die commentaren te kunnen lezen en begrijpen.

Het ICB weerspiegelt duidelijk een internationaal karakter. De auteurs is gevraagd te schrijven met hun eigen lezerspubliek voor ogen. Dat heeft als gevolg dat een Zuid-Amerikaanse auteur zijn commentaar op Jozua schrijft vanuit de bevrijdingstheologie. De Afrikaanse auteur die het boek Richteren becommentarieert, doet dit door vergelijkingen te maken met de eigen Afrikaanse stammencultuur.

De boodschap van Jezus wordt getypeerd als de blijde boodschap van Gods barmhartigheid jegens zondaren. Jezus’ tafelgemeenschap met boetvaardige tollenaars en zondaars was „de start van een nieuwe gemeenschap met als fundament de erkenning dat God de vader van alle mensen is.” In Jezus breekt zich het komende Rijk baan. Het doel van Zijn dood is –heel vaag geformuleerd– Zichzelf te geven als een gave voor anderen. Het is een liefde die ons vrijmaakt. De opvatting van Jezus als de Zoon van God die door Zijn eigen dood de zonde verzoent, komt nauwelijks aan de orde.

Willibrord
Voor bijbelcitaten in het commentaar is gekozen voor de Willibrordvertaling van 1995. Volgens de redactie is deze vertaling de recentste, de volledigste en de het meest in hedendaags Nederlands geschreven bijbelvertaling. Vertalers hebben voor sommige moeilijke tekstuele problemen ook de NBV-vertaling van 1951 en de Statenvertaling ter hand genomen. Ook maakten ze wel zelf een vertaling uit de grondtekst.

Het boek kent een uitvoerige index, alsmede een aantal bijbelse kaarten (in kleur), geplaatst in een historische volgorde aan het eind van het boek, en een aantal zwartwitkaarten in de tekst ter illustratie bij de exegese. In de handleiding bij de kaarten wordt kort de geschiedenis van Israël weergegeven.

Het hoofddoel van het commentaar is als een kookboek, stelt de redactie. Het is niet alleen van belang dat dit gelezen wordt, maar dat het ook de weg wijst naar het lezen van de Bijbel zelf. In zijn artikel over het gezag van de Bijbel stelt Levoratti: „Gods Woord is een uitnodiging die niet kan worden beantwoord met onverschilligheid of zwijgen, maar moet worden aanvaard of geweigerd.” Het geloof is daarbij „de verwachte menselijke reactie op het gepredikte Woord.”

Dr. M. J. Paul, kenner van het Oude Testament, heeft nog geen kennis kunnen nemen van het werk, maar vermoedt –op grond van eerste indrukken–, dat het werk een „middenstandpunt” vertegenwoordigt tussen een schriftkritische en een meer orthodoxe benadering. „Het werk zal daarom met het nodige onderscheid gelezen moeten worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer