Belofte
Jesaja 45:22
„Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, al gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer.”
Men kan „wordt behouden” opvatten als een bevel of als een belofte. Als een bevel: laat u behouden, laat u zaligen! Het is dan alsof de Heere Messias zei: „Wendt u niet alleen naar Mij toe, maar laat u ook zaligen. Tracht niet uzelf eerst te zaligen en uzelf eerst in die en die gesteldheid te brengen, of u zo en zo te maken, voordat u zich tot Mij wendt. Nee, einden der aarde, kom zoals u bent, laat Mij het werk van zaligen aan u verrichten. Kom zo blind als u bent en laat Mij over u lichten. Kom zo dwaas en onkundig als u bent en laat u door Mij leren. Kom zo schuldig als u bent, en laat u door Mij verzoenen. Kom zo onrein als u bent en laat Mijn bloed u reinigen. Laat Mij uw stenen hart wegnemen. Met één woord: hoe slecht u ook bent, wend u naar Mij toe en laat Ik de eer hebben die Mij toekomt: dat Ik de volkomen Zaligmaker ben.”
Men kan het opvatten als een belofte, in deze zin: „en u zult behouden worden.” Op gelijke wijze komt de Hebreeuwse spreekwijze meermalen voor. Zie Job 22:21: „Gewen u toch aan Hem en heb vrede.” Dat is: „En gij zult vrede hebben.” Zo ook Amos 5:6: „Zoekt den Heere en leeft.” Dat is: „En gij zult leven.”
Theodorus Avinck, ouderling en oefenaar te De Bilt (”Tien praktikale verhandelingen”, 1784)