Massa-ontslag bij scheepsbouwer IHC
SLIEDRECHT. Royal IHC wil nog dit jaar 487 vaste medewerkers in Nederland ontslaan en ook af van een groot deel van zijn ruim 1100 inhuurkrachten. Dat maakte het maritiem concern woensdag bekend. Het bedrijf is van plan twee van de vier werven in Nederland te sluiten.
Bij IHC werken in totaal circa 3000 mensen in vaste dienst, van wie het overgrote deel in Nederland. Volgens de scheepsbouwer zijn de maatregelen nodig wegens de verslechterende marktomstandigheden. Het concern heeft vooral last van de sterke daling van de olieprijs, waardoor het aantal opdrachten uit de olie- en gasindustrie terugloopt.
IHC, na Damen Shipyards de grootste scheepsbouwer van Nederland, is gespecialiseerd in schepen voor de offshore- en baggerindustrie. De werf in Hardinxveld-Giessendam gaat definitief dicht, de scheepsbouwactiviteiten in Sliedrecht worden verplaatst naar de werven in Krimpen aan den IJssel en Kinderdijk. IHC zegt daarnaast in het buitenland „versneld” aanvullende bouwcapaciteit te willen realiseren.
Woensdagmiddag informeerde topman Bram Roelse de werknemers. Het bedrijf gaat in gesprek met de bonden over de uitwerking van een sociaal plan. IHC verklaart dat het medewerkers die hun baan verliezen „zo goed mogelijk” wil begeleiden.
De reformatorische vakorganisatie RMU is geschrokken van de omvang van de inkrimping. „Deze aantallen liggen nog hoger dan verwacht”, aldus een woordvoerder. „IHC geeft aan dat de hoofdreden te weinig werk is, waardoor er dus lege werven zullen zijn. Dit ondanks de recordwinst die IHC vorig jaar boekte.”
De onderhandelingen over het sociaal plan starten volgende maand. De RMU zal zich „maximaal inzetten” voor het behoud van werkgelegenheid. „De scheepsbouw is belangrijk voor Nederland. Daar moet zorgvuldig mee worden omgegaan.”
IHC bouwt onder meer baggerschepen, putterzuigers en pijpenleggers. Voor die schepen ontwikkelt het bedrijf ook specialistische apparatuur. Dat laatste, de zogeheten equipment-tak, wil IHC de komende jaren juist uitbreiden.
Bestuurder Piet Verburg van CNV Vakmensen spreekt van een klap die hard aankomt. „We zagen het werk de laatste maanden al teruglopen. Nieuwe grote orders blijven uit. Dus ja, er was onrust. Maar het doet pijn dat zo veel werknemers hun baan kwijtraken.”
Volgens Verburg is de olieprijs zo laag dat oliewinning diep uit zee niet meer rendabel is. „Veel bedrijven die actief zijn in de diepzee-mining hebben hun investeringen geschrapt of uitgesteld.”
De reorganisatie bij IHC treft volgens Verburg alle locaties en afdelingen. „Niemand is zeker van zijn baan.” De CNV-bestuurder blijft ervan overtuigd dat de scheepsbouw in Nederland toekomst heeft. „Het is een grillige markt van grote getallen. De afgelopen jaren waren er grote orders, iedereen kreeg elk jaar een mooie winstuitkering. Nu zit de klad erin, en stevig ook. Maar als de markt aantrekt, hebben we meteen weer een ander verhaal.”
Twee jaar geleden haalde IHC nog zijn grootste opdracht ooit binnen met de bouw van zes pijpenleggers voor de Braziliaanse olie-industrie. De order had een waarde van ruim 1 miljard euro en bood 4000 mensen bij IHC en toeleveranciers een jaar werk. Het totaalbedrag aan nieuwe orders kwam in 2013 uit op 1,8 miljard euro. In 2014 wist IHC slechts een kleine 600 miljoen euro aan nieuwe orders in de wacht te slepen. De omzet in dat jaar bedroeg 1,2 miljard euro, de winst kwam uit op 124 miljoen euro.
Bestuurder Marry van der Stel van FNV Metaal heeft „grote twijfels” bij het strategisch beleid van IHC. „Dit bedrijf maakt al jaren grote winsten en verplaatst steeds meer productie naar het buitenland.”