VBOK pakt oude strijdbijl weer op
AMERSFOORT. De VBOK gaat haar oude strijdbijl weer oppakken. „Abortus is weliswaar maatschappelijk aanvaard, maar ongeboren leven vraagt blijvend om bescherming. We zullen onze stem opnieuw stevig laten horen.”
Dat kondigde Arthur Alderliesten, manager ledenwerving, dinsdagavond aan tijdens een bijeenkomst van de VBOK in de Amersfoortse Sint-Joriskerk. Hij erkende dat het „sinds 2010 stil is geweest” rond de VBOK, mede als gevolg van de naamsverandering in Siriz en de discussie daarover in de achterban.
„De strijd tegen abortus is echter nog niet gestreden. De VBOK wil weer een factor van betekenis zijn in het maatschappelijk debat”, aldus Alderliesten.
De organisatie zal de komende tijd gebruikmaken van „gedegen wetenschappelijke onderzoeken” naar de gevolgen van abortus, zei VBOK-voorzitter Marjan Haak-Griffioen. „Steeds vaker en steeds duidelijker blijkt dat vrouwen die een abortus hebben ondergaan, hun leven lang te kampen hebben met psychische problemen, en soms ook met kinderloosheid.”
Haak vertelde dat ze geen voorzitter van de VBOK was geworden vanwege het grote aantal abortussen: zo’n 30.000 per jaar. „Dergelijke cijfers leiden alleen maar tot gelatenheid, net als het grote aantal oorlogsslachtoffers in Syrië. Nee, de hulpverlening aan vrouwen, waardoor de VBOK bekend is geworden, motiveert en inspireert mij.”
Haak kritiseerde het taboe om aandacht te vragen voor de negatieve gevolgen van abortus. „Je mag tegenwoordig wel een verband leggen tussen het stijgende aantal echtscheidingen en het groeiende aantal probleemjongeren dat jeugdzorg nodig heeft, maar bij abortus zijn we nog niet zover. Het onderwerp moet weer stevig op de kaart gezet worden om ook het taboe van de negatieve gevolgen te doorbreken.”
Volgens Haak is de VBOK meer dan ooit nodig. „Veel vrouwen weten niet eens meer dat er een alternatief is voor abortus. Die onbekendheid vraagt des te meer om actie.”
Haak kreeg bijval vanuit het publiek. „Er liggen genoeg kansen, ook los van Bijbelse motieven, om aandacht te vragen voor de rechten van het ongeboren kind”, merkte iemand op. Een andere bezoeker: „We moeten het debat over abortus blijven voeren, anders denkt de meerderheid in onze samenleving dat er geen discussie meer over het onderwerp is. Dat zou kwalijk zijn.”