Maandagochtend viel de politie op 21 plekken in België binnen, met name in Oostende en in Leuven. De invallen en arrestaties passen in een onderzoek naar twee afzonderlijke terreurgroepen. Omdat de groepen wel contact met elkaar hadden, was er sprake van een gecoördineerde en gelijktijdige actie van de politie.

Een aantal van de verdachten zou hebben gevochten rond de Syrische stad Aleppo, meldden Vlaamse media.

Een van de twee onderzoeken richtte zich op een man die gewond uit Syrië naar België was teruggekomen om zich te laten verzorgen. Hij maakte deel uit van een groep Syriëstrijders, onder meer Tsjetsjenen die in eigen land of landen als Syrië en Afghanistan opleidingen kregen en ervaring opdeden. De verdachten zouden anderen in België hebben aangezet om in Syrië te gaan strijden. Sommigen van hen zouden ook plannen hebben gehad om te vertrekken naar Syrië of juist terug te keren naar het door burgeroorlog verscheurde land.

Het tweede onderzoek richtte zich op een groep van vijf Tsjetsjenen in de regio Leuven. Mogelijk dat zij betrokken waren bij het beramen van een aanslag in België.

Tijdens het onderzoek werkte de Belgische autoriteiten nauw samen met de Amerikaanse. Zo werden berichten onderschept van de verdachten die via WhatsApp werden verstuurd.

België nam een aantal veiligheidsmaatregelen na een grootschalige antiterreuractie in onder meer Verviers, nabij Luik. Bij die actie kwamen twee jihadisten om het leven, andere verdachten werden opgepakt. De terreurcel stond op het punt aanslagen te plegen in België. De actie kwam enkele weken na de bloedige aanslag door moslimradicalen op het Franse tijdschrift Charlie Hebdo.