Dijksma en visserijsector eens over gefaseerde invoering aanlandplicht
DEN HAAG. Nederlandse vissers op schol en tong gaan zich „maximaal” inzetten om zogeheten bijvangst terug te dringen. Doelstelling is in 2019 een vermindering met 35 procent ten opzichte van 2010, zo heeft staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) met hen afgesproken.
De vissers zullen gebruik maken van nieuwe technologieën en aanpassingen aan hun netten, blijkt uit een brief die Dijksma maandag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. De overheid biedt daarbij de helpende hand, bijvoorbeeld door het financieren van proefprojecten. Daarvoor stelt Dijksma 4,5 miljoen euro uit het Europees Visserijfonds beschikbaar.
De aanlandplicht voor de zogeheten demersale visserij –dat is de vangst van vissoorten die op of nabij de zeebodem leven– is onderdeel van het Europese visserijbeleid. Dit jaar werd al een aanlandplicht voor de pelagische visserij –vangst van vissen die in scholen leven zoals haring– van kracht.
De aanlandplicht houdt in dat vissers vrijwel alle vis die ze vangen, ook jonge vis en onverkoopbare soorten die tot nu toe weer overboord gaan, aan land moeten brengen. De maatregel is omstreden: milieuorganisaties verwachten dat die het herstel van de visstand ten goede komt maar vissers verwachten juist het tegenovergestelde en voorzien bovendien grote praktische problemen.
Nederland zet zich er voor in om voor schol als bijvangst in de tongvisserij en de kreeftjesvisserij de aanlandplicht uit te stellen tot 2018. Dat geeft de sector extra tijd om onderzoek naar overleving van teruggegooide vis af te ronden. Voor gerichte scholvisserij met grote mazen geldt de aanlandplicht dan wel vanaf 1 januari 2016, aldus EZ.
Dijksma legt het compromis dat ze heeft bereikt met de visserijorganisaties, verenigd in het platform CVO, voor aan de Europese Commissie. Enkele andere voorstellen uit het stappenplan zijn de aanvraag van een vrijstelling van de verplichting om ondermaatse tong (kleiner dan 19 centimeter) uit te sorteren, het afschaffen van belemmeringen uit het zogeheten kabeljauwherstelplan en meer mogelijkheden om aangelande ondermaatse vis tot waarde te brengen.
Dijksma noemt de invoering van de aanlandplicht voor de Nederlandse visserijsector bepaald geen sinecure. „Ik zet mij in voor maximale rek en ruimte om de invoering voor de vissers zo werkbaar mogelijk te maken.”