Koning dankt Canada en veteranen
OTTAWA. Koning Willem-Alexander heeft woensdag in Ottawa de Canadese veteranen geëerd die zeventig jaar geleden hebben bijgedragen aan de bevrijding van Nederland. Het bedanken van Canada is een van de redenen voor het driedaagse bezoek.
„De prijs die Canada betaalde voor onze bevrijding was hoog. Ongeveer 7600 Canadese militairen kwamen om in de strijd voor onze vrijheid”, zegt de koning in zijn toespraak tijdens het staatsbanket.
De koning doet daar ook een plechtige belofte. „Zolang er een Koninkrijk der Nederlanden is, zal de herinnering voortleven aan de Canadese mannen –jongens nog– die het zeventig jaar geleden mogelijk maakten dat ons land kon herrijzen.”
Het is een boodschap die Willem-Alexander eerder op de dag al talrijke keren heeft herhaald in korte gesprekken met oud-strijders. In een tent bij het National Arts Centre spreken de koning en de koningin met de hoogbejaarde veteranen. „Wij zijn u heel dankbaar. Dankzij u kunnen wij in vrijheid leven”, zegt de koning.
Koning Willem-Alexander neemt de tijd en bevraagt de mannen met kennis van zaken. „Waar bent u geweest? Heeft u ook duikvluchten uitgevoerd op grote schepen? Hoeveel boten heeft u geraakt? Hoe was het om koopvaardijschepen te begeleiden? Was u ook bij de bevrijding van Groningen?” De antwoorden volgen niet altijd met vaste stem, maar de mannen –in de tachtig, en boven de negentig jaar– willen maar wat graag vertellen over hun ervaringen in „Holland.”
Dat doet ook de Canadese ”veteraan der veteranen” generaal Richard Rohmer (91), die met de koning oploopt nadat deze voor het Nationaal Oorlogsmonument samen met koningin Máxima een krans heeft gelegd bij het graf van de onbekende soldaat. „We hebben het overal over gehad”, zegt koning Willem-Alexander. „Ik heb van de generaal een boek gekregen en hij vertelde over mijn opa prins Bernhard.”
„We zijn trots op de band met Nederland”, vertelt de zoon van een andere veteraan die zijn vader begeleidt. Dankbaar ook voor de wijze waarop Nederland de voormalige militairen blijft eren en gedenken. „Met het tulpenfestival hier in Ottawa, bijvoorbeeld.” Koningin Juliana, die de oorlogsjaren als prinses in ballingschap in Canada doorbracht, stuurde uit dankbaarheid haar leven lang tienduizenden tulpenbollen naar Ottawa, een traditie die is voortgezet door koningin Beatrix.
Familieband
Tijdens het staatsbanket benadrukt de koning de bijzondere band van zijn familie met Canada. „Mijn grootmoeder en mijn moeder vonden hier een veilig huis”, zegt hij. Zijn tante Margriet, door de Canadezen „hun prinses” genoemd, werd er in 1943 geboren. Niet voor niets dat gastheer gouverneur-generaal David Johnston in zijn toespraak bij aankomst van het koninklijk gezelschap sprak van een „soort thuiskomst.” De koninklijke ballingen werden tijdens de oorlog ook een poosje in de huidige residentie van Johnston, Rideau Hall, gehuisvest.
Ter herinnering aan het staatsbezoek mag het koningspaar een boom planten in het park bij het onderkomen: een den. Die moet tot wasdom komen in de beschutting van de esdoorn die koningin Juliana daar in 1952 plantte. „Geeft u de boom elke dag water?” vraagt de koning aan de gouverneur-generaal, die zijn bezoekers ook naar de rode eik brengt die herinnert aan het bezoek van koningin Beatrix in 1988. Dat er nu van drie generaties Oranjes bomen staan, onderstreept wat de koning zegt over de band met Canada: „Het is een verbondenheid die voortvloeit uit het hart en uit een gedeelde, levende historie.”
Vandaag ging het koningspaar naar de universiteit van Waterloo en een plantenkweker in Beamsville, bij St. Catherines.
>>rd.nl/canada voor meer foto’s.