Economie

Zaanse Schans in West-Oekraïne

De Nederlandse it-ondernemer Theo Schnitfink bouwde zijn gloednieuwe kantoor in Oekraïne naar het voorbeeld van de Zaanse Schans. Toch ver­laten zijn beste mensen het land om de dienstplicht te ontwijken.

Michiel Driebergen

22 May 2015 20:15Gewijzigd op 15 November 2020 19:09
De oorlog in Oekraïne leidt ertoe dat de medewerkers van IT-ondernemer Theo Schnitfink worden weggeroepen voor militaire dienst. beeld Grigorij Pristaj
De oorlog in Oekraïne leidt ertoe dat de medewerkers van IT-ondernemer Theo Schnitfink worden weggeroepen voor militaire dienst. beeld Grigorij Pristaj

Terwijl buiten een oude trolley­bus langs grijze Sovjet­blokken rijdt, werken binnen jonge mensen aan picknick­tafels in een oud-Hollands decor. In de miniatuur­huisjes van de ‘Zaanse Schans’ wordt vergaderd. Klanten worden ontvangen in een huiskamer met knusse openhaard en Delfts blauwe tegels. Op het kunstgras staat een reusachtige klomp en graast een plastic koe. Het pronkstuk is de molen die echt draaien kan. „Voorzichtig, anders krijg je een klap van de wieken.” En dat helemaal in West-Oekraïne, in de stad Lviv.

De van oorsprong Hilversumse ondernemer Theo Schnitfink (50) doet er alles aan om zijn personeel vast te houden. Zijn programmeurs zijn gewild, niet alleen in eigen land, maar ook in de Europese Unie; en dus is er altijd het gevaar dat ze worden weggekocht. Om dat te voorkomen, moet je je onderscheiden, zo vond Schnitfink. En dus bouwde hij een stukje Nederland in Oekraïne.

Dat ging goed tot de oorlog in Oost-Oekraïne uitbarstte. Tot een jaar geleden groeide de it-sector in het westen van Oekraïne razendsnel. Buitenlandse klanten vonden de lage lonen aantrekkelijk en investeerders zagen kansen in het grote aantal relatief hoog­opgeleide, jonge program­meurs.

Schnitfinks bedrijf Symphony Solutions groeide binnen vijf jaar naar ruim 200 medewerkers. In februari werd het nieuwe kantoor geopend. Terwijl de meeste bedrijven hiërarchisch zijn georganiseerd (in haveloze kantoorpanden met fantasieloze kantoorruimtes), zorgde Schnitfink voor een aantrekkelijke werkomgeving; in zijn kantoor zijn een yogaruimte, een massagetafel en een crèche.

Maar nu heeft de ondernemer een probleem. „We zoeken honderd medewerkers”, staat er op een groot billboard aan de pui van het bedrijf. „Die vacatures kunnen we niet meer vervullen”, zegt de Nederlander in het bruine café, waar foto’s hangen van het oude Amsterdam. „We hebben extra mensen aangenomen om mensen te zoeken. Meestal krijgen zij nee te horen van afgestudeerde programmeurs. De reden? Ze gaan naar het buitenland.”

Dienstplicht

De belangrijkste reden van de braindrain: de mobilisatie. De Oekraïense president Porosjenko wil dat het leger uitgroeit tot een kwart miljoen militairen. Daarom moeten er nog meer jonge mannen in dienst. Dus kunnen de medewerkers van Schnitfink elk moment de oproep krijgen om zich te melden.

„Maar oorlog voeren in Oost-Oekraïne zien de meeste programmeurs niet zitten”, zegt Schnitfink. „En dus vertrekken ze. Het is wrang. Ik heb veel geïnvesteerd in dit nieuwe kantoor. Dat lijkt nu voor niets te zijn geweest. Tegen oorlog kun je niet op.”

Vertrekken naar de Europese Unie ligt voor de hand voor Schnitfinks programmeurs. Terwijl de Oekraïense economie langzaam inzakt –het land ontloopt het faillissement dankzij miljarden­steun van het Internationaal Monetair Fonds– hebben it’ers in het buitenland alle kansen. Met een ”bluecard”, een vergunning voor veelbelovend talent van buiten de EU, kunnen ze moeiteloos in Europa aan de slag. „Het zijn de beste mensen van Oekraïne, en die raken we nu kwijt.”

„Zodra ik de brief van het leger op mijn deurmat krijg, ben ik weg”, zegt Bogdan Stabrin (27), senior programmeur. „Ik ben moe van de oorlog en alles wat er gebeurt in Oekraïne. Ik heb een auto en een visum voor de EU. Als het moet, kan ik vertrekken.”

„De veranderingen duren me te lang”, zegt Andrej Piasetski (28). „Ik steun iedereen die gaat vechten in het oosten. Maar het is niks voor mij.”

Inmiddels zijn de eerste medewerkers van Schnitfink vertrokken. Een van hen is letterlijk gevlucht voor de oproep van de dienstplicht, en werkt vanuit Tsjechië voor het bedrijf. „Zeker tien medewerkers denken na over vertrek, en met een aantal anderen ben ik in gesprek of ze vanuit het buitenland verder voor ons kunnen werken. Vooral de ervaren krachten dreig ik kwijt te raken. Een ramp voor mij en onze klanten, die vaak een jarenlange relatie met onze werknemers hebben.”

Corruptie

De uitstroom van de it’ers naar Europa is een slecht teken voor Oekraïne, zegt Schnitfink, „Programmeurs zijn altijd bezig met de toekomst. Tijdens de Majdanrevolutie gingen bus­ladingen met jonge mensen van mijn bedrijf naar de hoofdstad Kiev, om te demonstreren voor verandering. Maar de situatie in het land is sindsdien alleen maar verslechterd. Ik zie berusting. Waarom zouden ze gaan vechten in Oost-Oekraïne als politici niet ver­anderd zijn?”

De mobilisatie is ook het grootste thema op een ondernemersbijeenkomst met de gouverneur. Daar stelt Schnitfink voor om it’ers vrij te stellen van dienstplicht, en hen in ruil daarvoor meer belasting te laten betalen. De gouverneur wil er niet van weten. „Programmeurs zijn essentieel voor de samenleving”, beaamt hij. „Maar als we alle tractor­chauffeurs zouden oproepen, heeft de landbouwsector een probleem. We moeten de pijn verdelen.”

Op de bijeenkomst dreigt een aanvaring tussen Schnitfink en de gouverneur als de Nederlandse onder­nemer de falende aanpak van de corruptie aan de kaak stelt – de oorzaak dat veel hoogopgeleide Oekraïners niet meer geloven in de toekomst. „Grote oligarchen hebben veel geld gestolen van de bevolking, maar zij zitten nog steeds op het pluche. Waarom worden zij niet aangepakt?” De gouverneur weigert te antwoorden, constateert Schnitfink na afloop teleurgesteld.

Ondertussen heeft Theo Schnitfink weer een nieuwe zorg. Onlangs deed de belastingpolitie een inval in zijn kantoor. De beschuldiging komt hem bizar voor: hij wordt verdacht van het financieren van de pro-Russische rebellen in Oost-Oekraïne. „Het is laster, veroorzaakt door een teleur­gestelde oud-werknemer. In de regel moet je een hoop geld betalen om hier weer van af te komen. Hopelijk is dit alleen een oprisping van het oude systeem.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer