Het was vorige maand precies twee jaar geleden dat door de ramp in het fabriekscomplex Rana Plaza in Dhaka meer dan 1100 doden vielen. Daarna kwam er een internationale beweging op gang om de omstandigheden in de textielindustrie in Bangladesh te verbeteren.

Internationale kledingbedrijven kwamen met een compensatiefonds voor de slachtoffers van Rana Plaza, de arbeidsomstandigheden verbeterden en fabrieken werden op veiligheid geïnspecteerd. Maar er treedt in dit proces volgens Ploumen vertraging op doordat de regering van Bangladesh haar afspraken niet nakomt.

De regering heeft nieuwe arbeidswetgeving nog steeds niet volledig ingevoerd, de registratie van nieuwe vakbonden wordt gefrustreerd en vakbondsleden worden fysiek aangevallen, zei de minister zaterdag op een bijeenkomst in Rotterdam.

„De leiders van het land nemen hun verantwoordelijkheden niet serieus”, aldus Ploumen. Als er niet snel meer wordt gedaan kan dat volgens haar ernstige gevolgen hebben voor het arme land. Ze waarschuwt dat het ertoe kan leiden dat internationale modebedrijven hun productie naar andere landen zullen verhuizen.

Ploumen is van 13 tot en met 18 juni in Bangladesh. Aanpak van misstanden in de textielindustrie is een speerpunt van haar beleid.