Topman Enron voor de rechter
Voormalig topman Jeff Skilling van het failliete Amerikaanse energiebedrijf Enron en voormalig Enron-accountant Rick Causey werden donderdag door een rechtbank in Houston (Texas) op 42 punten beschuldigd van onder andere fraude, aandelenhandel met voorkennis en liegen over de werkelijke financiële situatie van Enron tegenover analisten en beleggers.
Skilling meldde zich donderdag in Houston vrijwillig bij de FBI, die hem vervolgens geboeid naar de rechtbank transporteerde. Daar antwoordde Skilling consequent met een „niet schuldig” op alle punten van de tenlastelegging. Na deze eerste confrontatie met de rechterlijke macht werd Skilling op een borg van 5 miljoen dollar voorlopig op vrije voeten gesteld. Skilling was de nummer twee naast Kenneth Lay, maar volgens tal van voormalige Enron-medewerkers was hij de man die verantwoordelijk was voor de dagelijkse leiding van Enron.
De dagelijkse leiding en de dagelijkse misleiding zoals eind 2001 bleek, toen Enron in elkaar plofte na het bekend worden van een massale fraude. Kort voor de fatale datum stapte Skilling op, maar later ontkende hij tegenover een parlementaire onderzoekscommissie dat dat iets te maken had met de problemen bij Enron. Daarvan had hij nooit iets geweten, zo verklaarde hij onder ede. Een verklaring die lijnrecht staat tegenover de verklaringen van andere Enron-medewerkers, die Skilling aanwijzen als de architect van de even ingewikkelde als ingenieuze constructies waarmee Enron enorme verliezen verborgen hield voor de buitenwereld.
De aanklacht tegen Skilling werd onder meer mogelijk door informatie van Andrew Fastow, oud-financieel directeur van Enron. Die pleitte schuldig op een aantal punten en beloofde medewerking aan de autoriteiten. Tot nu toe zijn 28 voormalige Enron-functionarissen in staat van beschuldiging gesteld. Alleen topman Kenneth Lay is nog buiten schot gebleven. Een proces tegen Lay zou pijnlijk kunnen worden voor president Bush, omdat Lay tot diens vriendenkring in Texas behoorde. Hij droeg fors bij aan de verkiezingskas van Bush, zowel voor de twee campagnes voor het gouverneurschap van Texas als later voor de presidentiële verkiezingscampagne.
De ondergang van Enron werd tevens de ondergang voor het accountantsbedrijf Andersen, dat het geknoei met de boeken had gedekt en bovendien betreffende documenten had vernietigd. Gisteren werd overigens in New York bekend dat justitie een onderzoek begonnen is tegen een van de overgebleven grote accountantskantoren, namelijk KPMG. Dit bedrijf wordt ervan verdacht illegale constructies bedacht te hebben voor grote cliënten om belasting te ontduiken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de hoofdofficier van justitie in New York in opdracht van het ministerie van Justitie in Washington.