De 50-jarige Skilling meldde zich bij een FBI-kantoor in Houston en werd begeleid door zes advocaten. Hij heeft altijd beweerd niets verkeerd te hebben gedaan.

Skilling is nog een van de weinige hoofdrolspelers die niet wil meewerken aan het justitiële onderzoek naar de boekhoudfraude. Door schulden te verbergen bij schimmige dochterondernemingen konden bij Enron winsten worden opgepoetst om de beurskoers op een hoog niveau te houden.

Skilling wordt beschouwd als het meesterbrein van de fraude. Bewijzen ontbraken echter. Dat is mogelijk veranderd na half januari, toen de voormalig financieel directeur Andrew Fastow besloot om in ruil voor een lagere gevangenisstraf getuigenissen af te leggen. Die kunnen belastend zijn voor Skilling, maar ook voor zijn hoogste baas Kenneth Lay, die tot dusver eveneens de dans wist te ontspringen.

Een eventuele aanklacht tegen Lay ligt politiek gevoelig. Hij was altijd nauw gelieerd aan president Bush. Bekend is dat Lay een paniekerig telefoontje naar het Witte Huis pleegde toen de eerste malversaties naar buiten kwamen.

Skilling werkte sinds 1990 voor Enron. Vier maanden voor de surseanceaanvraag van Enron vertrok hij plotseling. Hij heeft ooit verklaard dat hij niet meer kon slapen door de alsmaar dalende beurskoers van Enron. Een financieel schandaal zou hij nooit hebben vermoed.