Minister: Dring en dwing scholieren
Minister Van der Hoeven wil „dwang en drang” hanteren om leerlingen die niet op school zijn te handhaven, op te vangen. Extra personeel is nodig om het gedrag van ontsporende scholieren te beïnvloeden.
De onderwijsminister zei dat woensdag in Ede, waar ze een manifest met tien regels voor een veilige school in ontvangst nam. Dat gebeurde tijdens een conferentie over dat onderwerp van de Besturenraad voor het protestants-christelijk onderwijs.
Van der Hoeven wil met extra begeleiding leerlingen zo veel mogelijk binnen de school houden. Voor ontspoorde leerlingen moet de weg terug naar school mogelijk zijn, vindt de bewindsvrouw. Zo veel mogelijk leerlingen dienen een diploma te halen. De minister is bereid daarvoor meer in te spelen op de leerstijl van jongeren door meer praktijkvakken aan te bieden.
„We moeten in actie komen voor de groep leerlingen die op school niet te handhaven is maar óók niet in aanmerking komt voor tuchtcolleges zoals Glen Mills”, aldus Van der Hoeven. De aanpak richt zich voornamelijk op een versterking van de reeds bestaande voorzieningen met meer dwang- en drangmaatregelen, want op de scholen gaat het volgens de minister vaak te vrijblijvend toe.
„Scholen moeten het vermogen hebben hard te zijn. Ze moeten duidelijke grenzen stellen en die consequent bewaken”, aldus de minister. Ze zoekt samen met haar collega’s Donner (Justitie) en Hoogervorst (VWS) opvang voor jongeren die nu op straat rondzwerven omdat er geen passende onderwijsvorm is.
Volgens het manifest van de Besturenraad moeten scholen uitingen van geweld melden en aan de kaak stellen. Na de moord op een conrector van het Terra College in Den Haag veronderstelde Van der Hoeven dat er scholen zijn die geweld verdoezelen uit vrees voor het verlies van hun goede naam. „Het is het recht van iedereen om de klok te luiden als veiligheid en welbevinden op school worden aangetast”, stelt het manifest.